Leroy & Tess: Travelling Southeast-Asia!

Epiloog

Goh, wat gaat de tijd snel. We zijn alweer aan het einde gekomen van onze reis door Zuidoost-Azië. We hebben veel meegemaakt: interessante mensen ontmoet; alle vervoersmogelijkheden gebruikt; een grote diversiteit aan landschappen gezien; vele bergen en dalen moeten doorstaan, maar bovenal het echte Zuidoost-Azie geproefd. Hoewel we niet altijd even gelukkig waren en de depressies regelmatig als een donderwolk in de lucht hingen, zullen we Zuidoost-Azië zeker met een grote lach op ons gezicht achter ons laten. Voor de mensen die van mening zijn dat het één natte pot is in Zuidoost-Azië: forget it! De mensen in de diverse landen die we hebben bezocht lijken qua uiterlijk ook totaal niet op elkaar. Alvorens we een einde maken aan deze weblog, frissen we nog even jullie geheugen op!

We begonnen onze reis in het mooie Maleisië. Gelukkig kregen we hier geen cultuurshock. Kuala Lumpur was direct een stad vol impressies. Een stad van smog, vele culturen die vreedzaam naast en met elkaar samenleven en absoluut het paradijs betreffende het eten! De moderne tijd in Kuala Lumpur wordt hier omringd door diverse stukken geschiedenis, waarvan het tropisch regenwoud het verst terug gaat in de tijd.We verruilden Kuala Lumpur, aangezien we hier toch zouden komen, voor het rustige laidback Ipoh: het vetrekpunt naar de Cameron Highlands. We maakten kennis met de uitermate comfortabele bussen van Maleisië. We belanden na een paar uur in het tropisch regenwoud van de Cameron Highlands. Regen deed het: dagen lang, non-stop. Als dit de aankomende maanden zo door zou gaan, konden we 4 maanden lang in onze zwemkleding lopen, maar gelukkig hadden we uitwegen. We konden gaan wanneer we wilden en dat deden we dan ook. Na diverse kleine jungletrekkingen vervoerde de jungletrain ons naar Kota Bharu. We maakten kennis met de talloze kakkerlakken en de ondragelijke hitte maakte de sfeer er niet beter op. Daar doemde de vraag op: 'waar zijn we in godsnaam aan begonnen?' Toch moet je altijd eerst door een diep dal gaan alvorens je op een hoge berg kan genieten, althans dat is onze ervaring. Kota Bharu had ons echter weinig te bieden dus dan maar vertoeven op een mooi eiland. Een understatement, bleek al snel, toen we aankwamen op Pulau Perhentian Besar. Een tropisch paradijs was het (alle stranden die we hebben bezocht in Zuidoost-Azië zijn absoluut niet te vergelijken met de eilanden van Maleisië!) Na de vele zeeschildpadden die onderdeel uitmaakten van het onvoorstelbaar mooie onderwaterleven was het tijd om terug te gaan naar Kota Bharu, want we konden ons visum voor Thailand aldaar ophalen. We maakten een hink-stap-sprong per vliegtuig van Kota Bharu naar Kuala Lumpur (KL) en van KL dezelfde dag door naar Bangkok, Thailand.

Van een cultuurshock was ook hier geen sprake. Hoewel we verbleven in een 4 sterren hotel waren we Bangkok al vrij snel zat. Natuurlijk: de vele tempels, het koninklijke paleis en vooral de 24/7 drukte maakte veel indruk op ons. Met de trein gingen we na een week door naar Ayutthaya om de vele ruïnes, waar dit dorp om bekend staat, te bezichtigen: prachtig! Vervolgens met de nachttrein naar Chiang Mai in het noorden. Een totaal ander Thailand: veel rustiger en de mensen waren hier veel vriendelijker. We bezochten het Elephant Nature Park en maakten voor het eerst echt kennis met grote zoogdieren die hier in de tropen leven. Olifanten zijn ontzettend mooie, intelligente dieren en we zouden gedurende onze reis nog vaak terugkomen op dit park. Reizen is immers mensen ontmoeten en ervaringen uitwisselen. Iedereen die naar Chiang Mai ging raden we dan ook het Elephant Nature Park aan. Ook hebben we in Chiang Mai een auto gehuurd om naar Pai, nog noordelijker in Thailand, af te reizen. Een helse weg zonder verlichting in het donker, want onze autolampen deden het niet! Wel een spannende ervaring rijker. Met een scooter is deze weg absoluut beter begaanbaar. Uiteindelijk slapen we in een bungalow met een boom midden in de douche. 's Ochtends schrikken we van een slang waar Tess bijna opstapt. So, North Thailand: been there done that! Terug met de nachttrein richting Bangkok en door naar Khao Yai National Park: welkom in de wilde jungle van Thailand! In het donker struinen door een vleermuizen grot en griezelen met een Scoprion Spider op Leroy's hand. De volgende dag dieper het park in en oog in oog staan met slangen, apen, neushoornvogels, hertachtigen, reuze eekhoorns ter grote van een angora konijn en een wilde olifant. In de avond op zoek naar King Cobra, maar helaas niet gezien. Als we het park uit willen rijden blijkt dat niet mogelijk, want er staat een agressieve mannetjes olifant op het pad. Hier zijn de dieren nog absoluut de baas. We moesten wachten tot meneer aan de kant ging en we keren veilig terug naar ons verblijf. Het werd tijd om Thailand achter ons te laten en Laos een bezoek te brengen, we kwamen toch nog terug in Thailand.

BAM! Dit keer was er absoluut sprake van een cultuurshock. Bij de grens maakten we kennis met corrupte ambtenaren en na ons visum tegen een veels te hoge prijs te heben aangeschaft gaan we 50 jaar terug in de tijd. Verharde wegen? Niet aan deze kant van Laos. Overal om ons heen zien we armoede. Hongerende mensen die leven van dag tot dag. Dit is heel andere koek dan Thailand of Maleisië. Indrukwekkend ook! We zien de hoogste watervallen (200 meter hoog) van heel Azië en proberen te slapen na een lange dag reizen. Dit is ons niet gegund, want er is een rattennest in ons bed. Brrr... Laos begint voor ons helaas niet best. Vanuit het saaie Pakse reizen we per nachtbus naar Vientiane, de hoofdstad van Laos. We bevinden ons in het Parijs van Azië: Franse gevels, stokbroden, petit four en de Arc de Triomphe ontbreekt hier zelfs niet. Met een scooter touren we door de omgeving en komen er achter dat de natuur hier echt schitterend is. De zon is echter in de tijd dat wij er waren zo heet dat we ons elke dag, tussen 12 en 16 uur opsloten, want je werd er misselijk van. Hup we gaan door naar Vang Vieng: the tubing capital of the world. Tubing is hier hét lijdend voorwerp. Een hippiedorp vol drugs, ruige natuur en heel, heel veel hippies. We tuben hier over de rivier en komen na een helse tocht weer veilig aan wal. Met een levensgevaarlijke bus reizen we verder naar het rustige, maar oh zo schitterende Luang Prabang. Hoewel hier niet veel te doen is, kun je hier wel heerlijk eten, luieren en vooral afzien in inmense hitte dat kenmerkend was voor Laos. Afkoelen doen we dan ook in de , in onze ogen, mooiste watervallen van Azië: Kuang Si Waterfalls. Hier genieten we met volle teugen van het azuurblauwe water.

Hanoi, Vietnam, staat inmiddels voor de deur en de vraag was: hoe komen we daar? Per goedkope bus met een uiterst oncomfortabele reis van 36 uur door de bergen of een duur vliegticket met een reisduur van 45 minuten? We verkiezen na Laos toch wel het comfort van een duur vliegticket en vliegen naar Hanoi. BAM wéér een cultuurshock! Waar Laos één en al rust uitstraalde, heerst er in Vietnam alleen maar absolute geordende (ja je leest het goed) chaos! Na 5 minuten zijn we het eindeloze getoeter al zat, maar na een uur horen we het al niet meer! Hanoi is druk, nee, complete chaos. We struinen wat dagen door deze, in verhouding, toch wel kleinde stad en ondervinden al snel dat Vietnamezen ons op alle mogelijke manier wat proberen aan te smeren. Ze lopen vrijwel allemaal met $-tekens in hun kleine spleetoogjes. We boeken dan ook snel een 3-daagse tour in Halong Bay. We komen heelhuids aan, want ook dit was een helse rit in een overvolle minivan! We varen door het romantische Halong Bay en genieten nu alweer van de rust dat zo kenmerkend was voor Laos. Na 3 dagen ronddobberen in Halong Bay is het tijd om door te gaan: het is tijd om te winkelen dus we vliegen naar Hoi An waar honderden kleermakers op ons zitten te wachten. Ondertussen luieren we hier een dagje op het lelijke strand en de volgende dag halen we onze kleren op. We willen meer strand, want het strand van Hoi An ligt bezaaid met afval. We pakken, eigenwijs als we zijn, de goedkoopste nachtbus, terwijl ons hotel ons duidelijk maakte dat de buscompagnie die zij aanboden beduidend beter was. God, deze nachtbus werd inderdaad een hel, want onze kakkerlak vrienden hadden een feestje gepland in de bedden in de bus. We komen gebroken aan in Nha Trang en luieren bij op het strand. Dit moest op het vaste land het mooiste 'witte strand' zijn van Vietnam, maar helaas regeert de leugen in Vietnam. Nog steeds geen strand zoals we die in Maleisië tegen kwamen, dus. Bovendien is de zee niet helder en worden we de hele dag lastig gevallen door strandventers. Nee, dit is niks, besluiten we en de volgende dag reizen we per trein verder naar de bruizende hoofdstad Saigon aka Ho Chi Minh City. Deze stad was in zoveel opzichten anders dan Hanoi, maar 1 ding hadden we niet verwacht: het verkeer kan nog velen malen chaotischer zijn dan in Hanoi. We bezoeken hier het oorlogsmuseum en schuilen voor de gekke Vietnamezen in de Cu Chi tunnels. Leroy schiet echter snel de vijand neer met zijn AK-47! Daar hebben ze niet van terug. Ondertussen zijn we echt tureluurs geworden van het drukke Vietnam en besluiten naar Phu Quoc Island af te reizen. We hopen op een eiland dat gelijkwaardig is aan de Perhentian Islands van Maleisië. Het is ons echter niet gegund, het stormt op dit eiland en hoewel we 1 dag op het strand in de zon hebben gelegen, was het strand in Scheveningen net zo mooi of lelijk: het is maar hoe je het bekijkt! We begrijpen niet waarom mensen zeggen dat ze verliefd kunnen worden op Vietnam. Zouden dit mensen zijn die gewoon op vakantie naar dit land gaan? Of bedoelen ze dan de niet bijzonder indrukwekkende natuur? Nee, Vietnam is overduidelijk niet ons land en staat nu na al dat reizen onderaan onze lijst.

We verruilen het drukke Vietnam voor het rustige en zéér vriendelijke Cambodja. Heerlijk lekker rustig, maar wel duur. Gek, zo'n arm land en dan toch samen met het ontzettend arme Laos de 2 duurste landen van onze reis. De eerste stad die we aandoen is Sihanoukville. Een mooi strand, maar erg veel zwerfkinderen. Aangezien we Laos al bezocht hebben kijken we hier niet echt van op. Corruptie is jammer genoeg allom vertegenwoordigd in dit door oorlogen verscheurde land. Cambodjanen zijn wel oprecht zéér vriendelijk en vinden het heel leuk om gewoon met ons te kletsen. Zo nu en dan wordt dit kleurrijke beeld verstoord door de vieze pedofielen die je overal ziet rondlopen, bah! Na lekker te hebben geluierd in Sihanoukville vertrekken we richting de hoofdstad: Phnom Penh. Een grote, maar redelijk rustige stad. We bezoeken hier een concentratiekamp en The Killing Fields. We zijn geschokt om hier nog overal menselijke botten op de grond te zien liggen. Nee, niet achter een hek, maar gewoon op het pad. Alsof dit nog niet genoeg is bezoeken we op een geheime locatie APLE: de pedofielen jagers van Cambodja. Het is niet zo zeer Phnom Penh wat een diepe indruk op ons achterlaat, maar de activiteiten die we er hebben ondernomen. We vertrekken dan ook depressief naar Siem Reap. De tempels van Angkor staan op het programma. Zéér indrukwekkend zijn de tempels van Angkor Wat, maar we hebben de tijd en bezoeken dan ook de tempels die meer dan een uur rijden van Angkor Wat zijn gesitueerd en het zijn deze 2 tempels die echt een diepe indruk op ons hebben achter gelaten. Veel mensen slaan deze tempels over, wegens gebrek aan tijd of omdat ze gefocust zijn op de tempels van Angkor Wat. Heel vreemd, want de tempels die dieper in de jungle liggen zijn velen malen indrukwekkender. Toch maakt de armoede in Cambodja, helaas maar waar, de meeste indruk op ons. We moeten wat goeds doen. Onze Tuk Tuk chauffeur, Yeng, is dan ook de aangewezen persoon hiervoor. Hij is heel vriendelijk, maar na wat diepgaande gesprekken blijkt dat hij in een krottenwijk woont. We kopen een nieuwe fiets voor zijn dochtertje en nemen hem mee naar een supermarkt waar hij mag shoppen op onze kosten. Uiteindelijk belanden we in de krottenwijk en zien we hoe arm zijn gezin is. Onvoorstelbaar! Voor ons is Yeng dan ook niet alleen een persoon, maar de belichaming van de armoede die allom vertegenwoordigd is in Cambodja. We besefffen ons ter dege hoe gelukkig we zijn dat we in Nederland geboren zijn.
Na de talloze tempels kunnen we nu echt geen tempels meer zien. We moeten weg hier, we zijn toe aan, hoe erg decadent het ook klinkt, luxe. Per taxi scheuren we dan vroeg in de ochtend, samen met een Franse jongen, naar de grens met Thailand en komen laat in de middag aan in Bangkok.

Wat een verademing om na 2 maanden weer in een welvarende stad te zijn! We gaan direct uit eten bij een luxe japanner en eten Sushi, Sashimi en Maki. We genietn van de shopping mall Siam Paragnon en alle rijkdom die Bangkok ons te bieden heeft. Het was net of we weer thuis kwamen. Het was tevens tijd om te studeren. We rijden per bus naar een kustplaats en per boot vertrekken we naar Koh Tao. Na 4 dagen studeren, duiken, studeren en duiken behalen we onze PADI: YES, altijd leuk om een diploma in ontvangst te nemen! We reizen verder af naar het uiterste zuiden van Zuid-Thailand en willen naar Koh Lipe. Dit zou, na men zegt, het mooiste eiland van Thailand zijn. Helaas zit het weer (in de zin van slecht weer) niet mee en zijn we genoodzaakt om dit eiland over te slaan. Na wikken en wegen besluiten we om dan maar terug te gaan naar Maleisië. We pakken een minibus naar Hat Yai. Hier zouden we eigenlijk niet moeten zijn, aangezien hier een constante dreiging is van bomaanslagen. Hoewel we hier waarschijnlijk niet verzekerd zullen zijn, mocht er iets gebeuren, was deze stad alleen een bestemming om direct weer door te reizen naar Kuala Lumpur, Maleisië.

Wat prijzen wij ons zelf gelukkig, want we waren vergeten hoe luxe de bussen zijn in Maleisië. De reis duurt 7 uur, maar wat zaten wij te genieten in die bus. We willen niet slapen in Kuala Lumpur, dus we reizen direct door naar Pulau Tioman. Even lekker bijkomen op een eiland wat in 1970 tot de 10 mooiste eilanden ter wereld werd uitgeroepen. En mooi was het! Maleisië is een wereld van verschil in vergelijking met de rest van de landen die we hebben bezocht. Er zijn hier echter naar verhouding erg weinig backpackers. Thailand is het backpack paradijs en voor mensen die echt op hun budget moeten letten is dat ook wel zo, maar Maleisië heeft als land absoluut veel, héél veel meer te bieden. De mensen zijn ook onwijs aardig allemaal en vrijwel iedereen kan hier standaard Engels spreken. Zelfs kinderen. Na een week lanterfanteren op Pulau Tioman reizen we naar Johor Bharu en zien we Singapore vanuit ons hotel raam. We overwegen nog hier heen te gaan, maar na wat onderzoek besluiten we dat dit te duur voor ons is.

Na 2 dagen vliegen we naar Kota Kinabalu, Sabah, in Borneo. Ook hier spreekt vrijwel iedereen standaard Engels en de mensen zijn zó aardig. We reizen van de westkust naar de oostkust en beginnen aan ons jungle avontuur. Een avontuur werd het zeker en tevens het dieptepunt wat accommodatie betreft. We hadden alleen een dak boven ons hoofd en sliepen op de grond onder onze klamboe. Griezelen, en vooral heel veel lachen daar! Wat is de jungle van Borneo mooi. We zagen alles wat nog op ons lijstje stond: oerang oetangs, neusapen, zoutwaterkrokodillen, grote otters, verschillende soorten neushoornvogels, vleerhonden, gibons en reuze hagedissen. We ontmoeten 2 Nederlanders waar we vervolgens mee af spreken om te duiken in Semporna, Zuidoost-Borneo. Hier liggen de mooiste eilanden van de wereld wat duiken betreft en na de 1e duik bij Pulau Sibuan zien we al gelijk 3 grote zeeschildpadden. De volgende duik zien we er weer 5 en de laatste duik van die dag zien we er 1. De eilanden hier zijn oogverblindend mooi. Stranden zijn zo hagelwit en je kunt gewoon minstens 15 meter, vanaf de boot, de diepte in kijken en je ziet alles zwemmen wat er daar in de zee zwemt. Kan het nog mooier? Ja, Pulau Mataking. Het is niet te beschrijven hoe mooi het hier is. Kan het nog mooier? Ja, qua duiken is Pulau Sipadan de mooiste plek ter wereld, alleen je moet hier 3 maanden van tevoren reserveren. Een reden dus om terug te komen, want we zijn verliefd op Borneo. We krijgen 3 duiken cadeau van de ouders van Leroy en besluiten te duiken aan de westkust van Borneo. Hoewel het zicht hier iets minder is dan aan de oostkust, is het ook hier schitterend. Tropische mini paradijsjes op aarde. We zien hier een inktvis -en als Leroy zijn hand er naar uitsteekt wordt de inktvis woedend en veranderd in een paarse kleur- en een blue spotted ray (zeldzame rog). Helaas zien we ook de keerzijde van de economische groei in Maleisië. Grote stukken regenwoud zijn gekapt en dat zie je op Borneo op diverse plekken van dichtbij. Zonde dat we als mensen dit soort zeldzame gebieden verwoesten.

We huurden als laatste nog een auto en cruisen door de gebieden in Borneo waar we normaal alleen kunnen komen per geboekte tour. Lekker die vrijheid. Benzine kostte 0,40 eurocent dus wij voelden ons de koning te rijk. Na dit alles was het tijd om naar de plek terug te keren, waar we dit typen: Kuala Lumpur. De ouders van Tess hadden ons een bedrag toegezegd om een hotel van uit te kiezen, maar aangezien we zelf erg goed bleken te zijn in kosten besparen (van het bedrag dat we begroot hadden hebben we minstends 1000 euro bespaard!), vulden we dit bedrag aan met ons eigen geld. We boekten Somerset Ampang en verblijven nu in een appartement van 55 m2! We hebben een 46' tv in de woonkamer dus zijn heerlijk films aan het kijken in de avond. Op het dak van deze wolkenkrabber ligt een zwembad dat tot de rand loopt. We kunnen dus lekker in het verkoelende water de stad bekijken. We hebben uitzicht op de Petronas Twin Towers en we hebben zelfs allebei de afgelopen 2 dagen gesport in de gym. Gelukkig hebben we ook een was- en droogmachine in onze keuken dus we hebben alles (zelfs de backpacks) kunnen wassen en drogen. Het leukste is dat we een bad hebben wat niet tegen een muur zit, maar tegen een raam, dus vanuit bad kijken we zo de diepte in en zien we de hele stad: wauw. Heerlijk even lekker luxe leven. We worden door het personeel behandeld als mensen die het blijkbaar hebben gemaakt in het leven. Laat ze lekker denken hier, wij genieten er des te meer van! Het ontbijt is bovendien fantastisch en Leroy kan genieten van de mooie sportwagens die hier voor de deur geparkeerd staan. We hebben dit wel verdiend na alle diverse goedkope accommodaties!

Maleisië is uiteindelijk het land waar we zeker weten terug komen. Het is het mooiste land, er is het meeste te doen, de prijzen zijn het redelijkst, ze hebben absoluut veel mooiere eilanden dan Thailand, het zeewwater is hier zo helder als kraanwater, de mensen zijn onwijs vriendelijk en het eten is hier het beste! Maleisië zou dan ook meer op de kaart moeten komen om te gaan backpacken. We zullen niet zeggen dat Thailand overgeslagen kan worden, maar Maleisië is het meest veelzijdige land, waar voor iedereen wel wat te vinden is. Tenzij je je wilt bezatten, want alcohol is hier moeilijk verkrijgbaar. Laten we wel wezen, je zelf bezatten kun je beter in Europa en van dat geld kun je hier beter een extra duik maken of iets anders wat je in Europa absoluut niet zult vinden.

Het einde is in zicht. We kunnen terugkijken op een hele bijzondere ervaring en we durven wel te stellen dat we andere mensen zijn geworden. We hebben fouten gemaakt in de planning van bepaalde zaken, maar de kunst is om daar van te leren. Het hoort erbij. De kunst is om je tas weer op je rug te hijsen, je reisgids in je hand te nemen en door te gaan, op naar het volgende avontuur. We hebben nog zoveel meer verhalen te vertellen, maar die bewaren we wel voor op verjaardagen of andere leuke gelegenheden. We zullen nog wat leuke video's plaatsen en de rest voor thuis bewaren.

Nog even wat feitjes: we sliepen in 47 verschillende bedden, zagen 42 verschillende steden, namen zes keer het vliegtuig voor een continentale vlucht, hebben in 5 slaaptreinen en 2 -bussen de nacht door gebracht, huurden twee keer een auto waarmee we in totaal bijna 1000 kilometer aflegden, ontmoetten meer dan 75 medereizigers, waren in totaal 8 uur en 17 minuten uur onder water tijdens het duiken, maakten rond de 3500 foto's en legden 5,5 uur aan filmmateriaal vast. Kortom; 120 dagen ultiem genieten.

We willen iedereen heel erg bedanken voor de onwijs leuke, grappige, lieve en geïnteresseerde reacties op onze weblog. Soms hadden we er maar een paar en soms waren er reacties in overvloed. We konden echter zien hoeveel mensen onze weblog lazen en we waren dan ook blij om te zien dat de meeste van jullie alles wel gelezen hebben! We zijn blij met onze lieve ouders, zussen, overige familieleden en al onze vrienden. Het is na al dat reizen wel steeds leuk om te zien dat er reacties zijn en een welkome afwisseling van alle indrukken en ervaringen die we hier opdeden.

We willen in het bijzonder onze ouders bedanken voor hun steun en support!

We nemen afscheid van het mooie Zuidoost-Azië en van Maleisië in het bijzonder! We komen terug!

Liefs,
Leroy & Tess

Kijk om je heen, zo als de wereld er nu uit ziet zie je hem nooit meer...

Kota Kinabalu was ons start punt van ons avontuur in Sabah, Borneo. De sfeer is hier anders dan in het vaste land van Maleisië. Meer relaxed, mensen zijn nog vriendelijker, maar er zijn ook véél meer culturen. Hoewel we laat aankwamen in Kota Kinabalu, hadden we geen tijd om van het vliegen uit te rusten. Tess had al ruim 1,5 week last van een ontstoken teen en het werd nu dan toch echt tijd om even langs een privé kliniek te gaan. Ze kreeg een antibioticakuur voorgeschreven en als het niet beter werd dan moest ze in Nederland even langs het ziekenhuis.

De volgende dag pakten we heel vroeg in de ochtend de bus richting Sandakan. Dit ligt aan de oostkust van Borneo en van hier uit zouden we dan richting Sepilok reizen voor ons eerste avontuur: Uncle Tan's place. Zoals gewoonlijk verliep de reis weer eens niet zoals verwacht. We kwamen aan in Sandakan en Leroy's backpack was zeik nat. De buschauffeur zei dat het gewoon water was van de emmer - wie zet er een open emmer water naast allemaal tassen in de bus?! - naast zijn tas. Nou we roken er aan en het was een vieze vislucht die van de tas afkwam. Na lang discuseren peuterden we een gratis taxi rit naar Sepilok los en zouden we worden afgezet bij Uncle Tan's place.

We kwamen aan bij Uncle Tan en nog een tegenslag. De double rooms waren volgeboekt. Wat reste was een dorm (slaapzaal). Hoewel we genoeg geld gespaard hadden om in hotel kamers te kunnen slapen, moesten we dit toch maar accepteren. Wij snappen nog steeds niet waarom veel backpackers die samen reizen in dorms slapen, want een hotel kamer is in totaal goedkoper. Anyway, eerst maar even de kleren laten wassen en de backpack goed schoonmaken met een washandje. Die avond ontmoeten we Wietse en Mariek uit Rotterdam. Zij zouden samen met nog vele anderen de volgende dag met ons de jungle intrekken voor 3 dagen, 2 nachten. Spannend. We lagen met 2 spanjaarden op de kamer die al sliepen toen wij naar bed wilden gaan. We zetten de ventilator aan, maar in de nacht was die weer uitgezet. Des te meer een reden om niet in dorms te slapen, want je moet rekening houden met andere mensen.

De volgende dag bezochten we eerst het Oerang Oetang revalidatie gebied. Dit was een groot stuk regenwoud, waarbinnen oerang oetangs worden voorbereid om weer uitgezet te worden in het wild. Ze hebben hier een voedselplatform gemaakt, waar ze 3x per dag eten komen halen. Voor de rest slingeren ze door het regenwoud heen. Leuk om te zien: rond etenstijd kwamen ze van alle kanten aangeslingerd gevolgd door irritante makaken. Indrukwekkend ook, want oerang oetangs hebben 98% exact hetzelfde DNA als mensen. Hierna, liepen we terug met een Frans meisje, wat al 3 jaar in Taiwan woonde en een jongen uit Rusland. 14:30 stapten we in bussen en reden we richting ons avontuur: overleven in de jungle van Borneo. Na 1,5 uur rijden moesten we overstappen op kleine mini speedbootjes en na nog een uur kwamen we in de wildernis aan. Er was een restaurant, waar eenvoudig voedsel voor ons werd bereid en we ontmoeten nog 2 Nederlanders: Stevin en Karen. Na even met ze gekletst te hebben besloten we dat wij 6 nederlanders bij elkaar wilden slapen. We kregen onze hut toegewezen en legden onze tassen er neer. Onze hut had geen deur en geen ramen alleen een afdakje. Er lagen 3 2-persoons matrassen op de grond met muggennet en een afdakje. Nou, dat zou spannend worden. Die avond maakten we onze eerste tocht op een bootje door de jungle. We zagen neusapen, neushoorn vogels, adelaars, ijsvogels en makaken. Vooral de neusaap was een indrukwekkende verschijning met zijn grote neus en dikke pens! Stevin vertelde dat hij IT-consultant is en Tess vertelde dat haar moeder ook zo iets soortgelijks deed. Toen ze vertelde dat haar moeder bij Pinkrocade werkzaam is, vroeg hij hoe ze dan heette, want hij had daar ook gewerkt. 'Ja, die ken ik zéker wel,' zei Stevin. De wereld is zo groot en helemaal aan de andere kant van de wereld komen we Stevin tegen die met de moeder van Tess heeft gewerkt. Bizar! Die avond begon de ellende. We kwamen in het huisje aan en er zat een spin op de muur die groter was dan de gemiddelde hand. Stevin vond alles best, maar spinnen hield hij niet van dus dit zorgde voor de nodige hilariteit. Paniek brak uit toen de spin zich in sneltrein vaart richting Stevin bewoog. Hij sprong op zijn matras maar de spin kroop er onder. Daarna, rende de spin ergens anders heen en toen... toen waren we hem kwijt. Dit werd een lange nacht voor Leroy.

Om 12 uur 's nachts zouden de lichten op het kamp uitgaan. De stroom kwam van een generator dat op benzine werkte en dat apparaat stond alleen aan tussen 7 uur en 12 uur 's avonds. Wij gingen daarom ook al 23:15 richting onze slaapplek, zodat we nog even konden genieten van het licht. 23:20 gingen ineens alle lichten op het kamp uit: paniek! Het was één groot zwart gat en we hadden nog niet eens de tijd gehad om onze slaapplekken te inspecteren op enge beesten. Met hoofdzaklampen onderzochten we de kamer. Snel onze klamboe in en liggen op ons matras. Nou, Leroy schoot bij elk geluidje rechtovereind en deed dan snel de zaklamp aan, welke nog steeds op zijn hoofd bevestigd was. We hebben de afgelopen 3,5 maand in Azië nog nooit zo hard gelachen. Vooral Wietse had een aanstekelijke lachen en met humor probeerden we onze angsten te overwinnen. Tess vond het erg leuk, maar Leroy doet dit nooit meer! Van slapen kwam dano ook weinig terecht. In eerste instantie hadden Stevin en Leroy het idee om nachtdienst te houden, om omstebeurt de wacht te houden en de enge beesten te verjagen. Uiteindelijk durfde niemand in het pikkedonker buiten zijn muggennet te staan, maar wat hebben wij gelachen.

De volgende dag maakten we een ochtend boottocht om 06:30. We zagen zoutwater krokodillen, gibons, héél veel makaken, grote roofvogels en monitor lizards van ruim 2 meter. In de middag deden we een jungletrekking en in de avond gingen we weer de boot op. We zagen echt duizenden vleerhonden overvliegen. Gaaf! Toen we wilden terugkeren naar ons kamp bleek 1 bootje kapot te zijn. De andere boten waren al vertrokken, maar onze boot en de kapotte boot bleven achter. Leroy zei gelijk al dat we het beste de kapotte boot konden trekken met een touw. Nee, dat kon niet volgens de chauffeurs. Na een half uur kloten maakte Leroy nog een keer dezelfde opmerking en toen reageerden ze echt alsof Leroy het voor het eerst zei. Wat een geweldig idee! De randen van de bootjes staken ongeveer 20 cm boven het water uit en de gedachten dat er overal zoutwater krokodillen waren, was toch wel eng. Later op de avond deden we nog een avondwandeling in de jungle. Dit was wel spannend en we moesten rubberlaarzen aan, omdat er zoveel modder lag. Die avond, sliep iedereen snel. Het tekort aan slaap, brak iedereen op en nadenken over vieze, enge beesten werd verdreven door de slaap. De volgende ochtend deden we weer om 06:30 een boottocht en toen zagen we eindelijk in het wild een oerang oetang. Ze worden met uitsterven bedreigd, maar wij verkeerden in de gelukkige positie een wilde oerang oetang te spotten.

Later die ochtend verlieten we het kamp. We waren vies: er was geen douche en je kon je wassen met bruin rivier water. Nou, daar begonnen wij niet aan dus na 3 dagen zweten en in dezelfde kleren lopen was het tijd om ergens te kunnen douchen. Stevin en Karen leek het leuk om samen te duiken bij Semporna. Zij vlogen pas de volgende dag naar Semporna en wij waren er dus een dag eerder. We vonden een hotel op palen op de zee. Prachtig! De douche was het mooiste moment van die dag. Leroy gebruikte witte zeep, maar de zeep kleurde bruin op het moment van insmeren: wat waren wij vies! Desalniettemin konden wij wel zeggen dat we de primitiefste manier van leven hebben overleefd. Eens, maar nooit weer!

In de westerse samenleving zijn er talloze organisaties die pleiten voor het behoud van de tropische regenwouden. Wij hebben ook hele stukken gezien die zijn verwoest door de houtkap en dit is toch wel erg treurig om te zien. Talloze exotische dieren worden hier met uitstorven bedreigd en wij vinden het daarom ook heel bijzonder dat we nu nog dieren hebben gezien, die zoals het er nu voor staat, over 30 jaar niet meer zijn. Jammer dat de mens hetgeen dat de natuur te bieden heeft, totaal aan het vernietigen is. Gelukkig zijn ze er in Borneo wel degelijk bewust van en hebben ze overal speciale programma's voor het behoud van deze bijzondere plek op aarde!

Het zeewater was onwijs helder in Semporna dus dat beloofde wat zodra we zouden duiken op één van de mooiste duikplekken ter wereld. 2 dagen later was het zover. We gingen per boot richting het eiland Sibuan. Wat was het hier mooi! We dachten dat de Perentian Islands het hoogtepunt qua zee en stranden zouden zijn, maar het kon blijkbaar nog mooier. We doken bij een piepklein eilandje midden op de zee, wat omringt werd met kristalhelder zeewater. We maakten 3 duiken en zagen 9 zeeschildpadden. Daarnaast zagen we natuurlijk Nemo, scorpionfish, maanvissen, allerlei bijzondere koraalsoorten en héél, héél véél soorten vissen! We hadden een camera gehuurd en we hebben dan ook lekker foto's gemaakt van alles wat Sibuan ons te bieden had!

De volgende dag ging Stevin weer duiken, maar ons geld raakt zo langzamerhand wel op dus we besloten wel mee te gaan, maar in plaats van duiken te snorkelen. Dit keer gingen we naar Matakin. Onderweg zagen dolfijnen uit de zee de lucht inspringen: fantastisch! We kwamen aan bij het eiland Matakin. Hierop was een resort gebouwd wat 450 euro per nacht kost. Deze absurd hoge prijs was niet zo verwonderlijk. De zee was hier zo helder als kraanwater en we konden met gemak 15 meter de diepte inkijken en zagen dan nog steeds alles wat er zich in de zee bevond. Dit was echt een tropisch paradijs. Fantastisch wit strand en het is eigenlijk niet te beschrijven hoe mooi het hier was. De foto's zeggen daarom veel meer!

Jammer genoeg was er een stroming waardoor er miljoenen kwallen aan deze kant van het eiland waren. Één van de Divemasters sprong daarom het water in om te kijken of de kwallen pijnlijk zouden steken. In het begin leek er niks aan de hand, maar zodra hij overal gestoken werd, zwom hij zo snel als hij kon onder water richting de boot. De video die we zullen plaatsen zegt genoeg! Gelukkig verdwenen ze na een uur en we sprongen het water in met onze snorkels. Return of the Jellyfish, want ze waren ineens overal. Tess werd gestoken en de azijn verlichte gelukkig de pijn. De duikers hadden een duikpak aan dus die hadden nergens last van, aangezien ze 20 meter diep waren. Later konden we nog wel goed snorkelen en we zagen een 2 baracudas die tussen de 2,5 en 3 meter waren. Ook zagen we weer schildpadden en ze blijven gewoonweg indrukwekkend! Helaas, moeten we zeggen dat als je eenmaal hebt gedoken, snorkelen toch minder spectaculair is. We konden niet dichtbij het koraal komen, wat met duiken wel kan.

De volgende dag sprak Leroy met zijn ouders en die gaven ons als cadeau een hele dag duiken. Wij waren natuurlijk super blij! We vertrokken echter die avond weer richting Kota Kinabalu en we zullen dan ook gaan duiken aan de west kant van Borneo. Als we het eerder hadden geweten hadden we natuurlijk nog op een eiland bij Semporna gedoken, maar des te meer een reden om hier ooit terug te komen om te duiken. Bij Semporna zijn 25 eilanden waar gedoken kan worden en we hebben er pas 1 gehad. Sepidan is, naar men zegt de mooiste, omdat hier al het grote zeeleven zwemt. Hier kun je mantaroggen, walvishaaien, hamerhaaien en reuzen schildpadden (2,5 meter) spotten. We komen dus terug Semporna!!

Momenteel zitten we in Kota Kinabalu en zoals gezegd zullen we gaan duiken aan de westkust. Spannend, we zijn benieuwd hoe het hier is en wat we allemaal gaan zien. Daarnaast willen we nog een auto huren om zelf rond te rijden naar de plekken op Sabah waar we niet zijn geweest. Bovendien hebben we net te horen gekregen dat we van de ouders van Tess 5 sterren accommodatie in Kuala Lumpur hebben gekregen dus we sluiten onze reis badend in luxe af! Bedankt lieve ouders, voor deze ontzettend leuke cadeaus!

Borneo is dan ook absoluut het hoogtepunt van onze reis, met als slagroom op de taart het duiken! Één ding is zeker: we zijn niet alleen verliefd op elkaar, maar ook op Borneo...

Back at the beginning, so what now?

Van Trang moesten we door naar Maleisië. Enige optie die het makkelijkst was, was te reizen naar Hat Yai en vanuit daar de trein of bus te pakken richting Kuala Lumpur. Hat Yai is echter de provincie die door het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse zaken op de zwarte lijst staat om doorheen te reizen. Er is daar nogal eens wat geweld te betreuren. Toch moesten we hier doorheen om zo op de meest eenvoudige manier naar Maleisië te reizen. Hoewel we de stad als normaal en rustig ervaarden, was er toch een spanning omdat we hadden gelezen dat er tal van bomaanslagen in deze stad zijn gepleegd de afgelopen jaren.

We pakken een bus naar Kuala Lumpur. Heerlijk: deze bussen hebben 1e klas vliegtuigstoelen, waardoor er maar weinig mensen in deze bus kunnen, maar wat een ruimte! We passeren de grens en na 10 minuten zijn alle formaliteiten afgehandeld. We herinnerden ons nog goed welk gevoel we hadden toen we weer in Thailand terugkwamen: alsof we thuis kwamen. Goede infrastructuur, vaste prijzen wat betreft openbaar vervoer en we waren even vergeten hoe Maleisië was. Nou, beter dan Thailand! De wegen zijn hier zoals in Nederland, de mensen zijn heerlijk vriendelijk, het openbaar vervoer is geweldig en het eten kunnen we nu echt beamen: subliem!!

We eten dan ook weer onze eerste nasi/mihoon goreng en het verschil tussen Thailand en Maleisië is echt inmens! Maargoed, genoeg gedagdroomd: we moeten door! We maken een paar tussenstops en Leroy raakt aan de praat met 3 Maleisische vrienden die op vakantie waren geweest in Thailand. Ze kenden de weg in Kuala Lumpur (KL) heel goed en wisten ons te vertellen dat we vanuit KL direct door konden naar Mersing. Kuala Lumpur ligt aan de westkust in het midden en Mersing ligt aan de zuidoostkust. Vanuit daar konden we dan een boot pakken naar Pulau Tioman (eilanden) en zo bespaarden we een hotelnacht. KL is een inmens grote, drukke stad maar de Maleisische jongens gebaarden dat we hun moesten volgen. Eerst wilden ze allemaal met ons op de foto, daarna liepen we achter hun aan. Ze kochten kaartjes voor ons voor de Skytrain en ze wilden ons geld niet aannemen. We gingen van de ene Skytrain in de andere en we raakten gedesorrienteerd. Tess vond het maar niks, maar uiteindelijk kwamen we ergens in Kuala Lumpur uit waar een compleet nieuw busstation complex was gebouwd. Het complex had de grote van een vliegveldshuttle en toen we binnen waren, waanden we ons eigenlijk op een vliegveld. Bizar en gaaf om te zien. We moesten ook wachten in een grote terminal en alles verliep hetzelfde als op een vliegveld. Uiteindelijk zaten we dan in de bus en gelijk vielen we in slaap. Rond 05:00 in de ochtend kwamen we aan in Mersing. We moesten nu wachten tot de boot vertrok naar Pulau Tioman.

We kwamen aan op Pulau Timon en hoewel we in eerste instantie dachten dat we de Perhentian Islands hadden geromanticeerd gedurende onze reis, bleek dit gelukkig niet het geval. De eilanden van Maleisië zijn absoluut mooier dan die van Thailand en alle andere bestemmingen die we hebben aangedaan. Het water is zo ontzettend helder en het is veel minder toeristisch! Helaas redde ook Pulau Tioman het niet bij Pulau Perhentian, maar nog steeds is dit wel een tropisch paradijs. In 1970 werd Pulau Tioman uitgeroepen door het magazine Time, tot de 10 mooiste eilanden ter wereld. Als gevolg hiervan zijn er veel resorts geplaatst op grote delen van dit eiland. Toch zijn er ook nog geïssoleerde stukken kust op dit eiland en wij vonden er zeker één, waar we dan ook verbleven.

We verbleven dan ook 6 volle dagen op dit eiland en uiteindelijk was dit té lang. Dit kwam, omdat er geen infrastructuur op dit eiland is. We zaten op een geïsoleerd deel en er was geen variatie wat eten betreft. We aten, nasi, burgers, nasi en burgers. Onze bungalow lag direct aan zee, maar had geen airco en de ramen konden niet dicht. Gelukkig hing er een hor in de kamer en de douche in de badkamer had alleen koud water. Lekker primitief dus, maar net iets te lang. We hebben heerlijk gesnorkeld in het heldere water. We hadden een huisdier: een monitor lizard had zijn/haar nest in ons dak gebouwd. We kwamen er talloze tegen gedurende ons verblijf en sommige zijn echt heel groot. (ze kunnen 2 meter worden). Daarnaast verzamelden elke dag talloze longtail makaken zich om, op en onder ons huis: fascinerend die apen! Ook zag Leroy regelmatig een bedreigde aapsoort alleen een foto maken lukte helaas niet. Er was in ieder genoeg wildlife wat ons kon voorbereiden op een nieuw avontuur....

We zijn inmiddels in Johor Bharu, deze plaats ligt in het uiterste zuiden van Maleisië en de grens met Singapore ligt een paar 100 meter van ons hotel vandaan. De skyline van Singapore is wel indrukwekkend, maar daarvoor verblijven we niet in deze stad. Nee, de reden hiervoor is dat we op weg zijn naar ons grootste avontuur gedurende onze reis:

4 Augustus vliegen we naar Sabah, Borneo!!

So Hello: Orang Oetangs, zout water krokodillen, wilde olifanten, neusapen, gibons, tijgers en neushorens en al het andere wildlife dat we hier zeker gaan spotten! De meeste BBC, NGC en Discovery documentaires worden gemaakt op Borneo. Borneo is één en al jungle en mangrove en Pulau Sepidan hier, is de beste duikplek ter wereld, zeggen duikers. Wij trekken dus morgen de wildernis in voor ruim 18 dagen! Hopelijk verdwalen we niet, maar tot die tijd keep your fingers crossed, want we pakken geen moment rust gedurende deze 18 dagen in de echte jungle. Als we ergens een uitweg weten te vinden in deze inmense jungle dan sluiten we onze reisavontuur af met wild water raften...

Borneo: here we come!!

P.S.: Check onze reiskaart... it's impressive, isn't it?

"Never, never, hold your breath"

Hoi hoi!

Eindelijk weer een berichtje vanuit het verre azie! Een teken van leven, want ja, we ademen nog altijd. Soms vergeten we dit even omdat we zo onwijs druk zijn met van alles, maar uiteindelijk liggen we weer op ons bedje en zuchten we diep. Wat een avonturen.

We gaan even terug in de tijd, naar ons laatste weblog bericht... Cambodja, Phnom Penh...

Na al onze ontdekkingen in Phnom Penh is het tijd om weer verder te trekken. Op naar Siem Reap; de stad van de tempels van Angkor Wat. Met een grote bus trekken we door het prachtige Cambodja. Rijstvelden zo ver als we kunnen kijken, palmbomen die overal uit de grond schieten, kleine dorpjes met lokale mensen, prachtige kindertjes... Geweldig. Siem Reap zelf blijkt niet zo bijzonder. Het is klein, wel heel druk en gezellig, maar verder is er niet veel te beleven. Zodra we een beetje gesettled zijn beginnen we aan de planning voor de komende dagen. Tempels, tempels en... ja, je raad het al, tempels! Als alles een beetje rond is, worden we aangesproken door Erik, die graag een gids en tuktuk met ons wil delen. Graag! Hoe meer zielen hoe meer vreugd (en hoe goedkoper, natuurlijk, hihi).
De volgende dag gaat de wekker midden in de nacht af. 04:00, tijd om op te staan! Met een diepe zucht hijsen we ons uit bed en nemen we een snelle douche. Je moet iets over hebben voor de opgaande zon bij een tempel, he? Het is al licht als we aankomen bij het meer van Sras Srang, maar de zon moet wel nog echt opkomen. We zien het langzaamaan lichter worden boven het meer, mooi! Na de zonsopkomst beginnen we aan onze verdere tocht. We bezoeken de Banteay Kdei. Prachtig! Zeker met het zachte ochtendlicht is het een beetje magisch. Tess vind het geweldig en schiet duizend foto's. Hierna begeven we ons naar de Ta Prohm, de tempel waar Thomb Raider (film met Angelina Jolie) is opgenomen. A-dem-be-nemend. De tempel wordt volledig aan gort getrokken door de natuur. Inmens grote, hoge bomen banen zich zonder pardon een weg over, onder en dwars door de muren. Na de Ta Promh rijden we door naar Ta Keo, Chau Sey Thevoda en Thommanom. Dan is het tijd voor het zware geschut; Angkor Thom. Het grootste tempelgebied van heel Angkor, waar verscheidene kleinere tempels in staan. De gids vertelt over de geschiedenis van het 'olifanten platform' en de in de muur geetste tekeningen. Overal zie je Buddha, Shiva, demonen, draken, leeuwen, slangen en Apsara's uit de muur gehakt. Na een lange lunch stormen we door naar de echte Angkor Wat, de meest bekende tempel van het hele gebied, die ons -heel eerlijk- niet zo veel meer kan boeien, want we zijn zooooo moe. Het is erg indrukwekkend, al die stenen bij elkaar, maar aangezien we vanmorgen al om vier uur naast ons bed stonden (en we halverwege de middag ongeveer 9,5 uur op zijn) zijn we uitgeput.

De twee opvolgende dagen zien er ongeveer het zelfde uit als de eerste. We staan nog een dag vroeg op voor zonsopkomst bij de Angkor Wat, wat een beetje een domper blijkt omdat het bewolkt is, en we doen een dag rustig aan waarbij we de wat verder afgelegen tempels bezoeken. Die rustige dag pakt uiteindelijk wel wat anders uit dan gedacht. Halverwege de middag begint het onwijs te gieten en zijn we ergens wat gaan drinken met onze tuktuk chauffeur. We beginnen wat te praten over koetjes en kalfjes en dan blijkt dat de chauffeur ongeveer 30 dollar in de maand verdient. Hier moet hij zijn gezin (vrouw + twee kinderen) van onderhouden. Hij vertelt dat hij veel geld heeft geleend om zijn brommer en tuktuk te kopen, dus nu is hij hard aan het terugbetalen en blijft er maar weinig over per maand. Als we eenmaal weer in de tuktuk zitten kijken Leroy en ik elkaar aan en besluiten we een cadeautje te kopen voor de lieve man. Omdat hij zo goed voor ons zorgt, omdat hij echt de meest attente chauffeur is die we in heel Azie tegen zijn gekomen en gewoon omdat het een lieverd is.
We vragen hem of hij nog iets van speelgoed nodig heeft voor zijn kinderen, een voetbal of zo. Nee, zegt hij, da's niet nodig hoor, bedankt. Na wat aandringen zegt hij schoorvoetend dat zijn dochtertje van drie heel graag een fietsje zou willen. Wij vragen hoeveel zo'n fiets kost, wat hij eerst niet wil zeggen. Dat is echt véél te duur, volgens hem. Na wederom wat aandringen zegt hij dat een kinderfietsje ongeveer 25 dollar kost. DEAL! Wij halen hem over naar een fietsenwinkel te rijden, een fietsje uit te zoeken (echt een onwijs schattig fietsje, oranje met aardbeitjes erop) en daarna naar de supermarkt te gaan. Daar koopt Leroy wat luxeproducten voor hem die de chauffeur zelf uit mag zoeken. Dingen die hij wel heel lekker vind maar zelf niet kan betalen. Hij is heel erg bescheiden en durft niet goed te zeggen wat hij lekker vind, omdat het allemaal zo duur is in zijn ogen, maar uiteindelijk kiest hij oploskoffie, pringles, een fles rode wijn (dat heeft hij ooit een klein beetje gehad, en hij had het zó lekker gevonden...), insectenspray en gedroogde worst.
Daarna rijden we naar zijn huis, waar we opgewacht worden door zijn vrouw. Het is een piepklein huisje, ongeveer 10 vierkante meter, waar ze met z'n vieren in leven. Geen electriciteit, alleen kaarsen. Geen tafel, geen bankstel, enkel een bed en wat houten krukjes. Wow. De kleine kindjes (jongetje van 2, meisje van 3) zijn heel bang voor ons, want ze hebben nog nooit een ' foreigner' gezien. We worden wel met open armen ontvangen door zijn vrouw. We laten de supermarktspullen aan haar zien. Ze is er heel blij mee en weet niet hoe ze ons moet bedanken. Daarna zeggen we dat we nog een 'big surprise' hebben en gaat Tess naar de tuktuk, waar het fietsje nog in verstopt staat. Leroy zegt dat ze bijna begint te huilen als ze 't fietsje ziet. Ze vertelt dat ze al zo vaak heeft gekeken naar een fietsje omdat haar dochtertje dit zo graag wil, maar ze hebben er echt geen geld voor. Ze is er zo blij mee, echt heel bijzonder om te zien.
We zijn heel blij dat we iets goeds hebben kunnen doen voor iemand die het écht kan gebruiken en écht ook verdient. Het leuke is dat we op die dag twee keer de koning voorbij hebben zien komen (die komt hier zo af en toe, niet vaak) wat volgens de chauffeur geluk brengt. Hij is helemaal lyrisch als de koning twee keer naar hem zwaait. 'Dit is echt mijn gelukkige dag!!!' Ook zegt hij dat Buddha zeker nog wat voor ons terug gaat doen, omdat hij er zelf het geld niet voor heft (uiteindelijk koopt hij wel nog een I Love Cambodia tshirt voor Leroy en een tshirt van Angkor Wat voor Tess). Een soort van karma waar hij in gelooft. Prachtig!

Na deze geweldige dag word het ook weer tijd om verder te gaan. Het is ondertussen alweer 16 Juli en we willen terug naar Bangkok om vanaf daar naar het zuiden af te kunnen reizen. We doen veel research en lezen over 'scambussen' tussen Siem Reap en Bangkok. Dure bussen die zogenaamd sneller zijn, maar die halverwege 'kapot' gaan. Vervolgens word er op de langzame, goedkopere bus gewacht en word iedereen in dezelfde bus gepropt. Waardeloos dus. We besluiten een taxi te nemen naar de grens en vanaf daar zelf een bus of trein te pakken naar Bangkok. De volgende dag gaan we dus vol goede moed op pad. De taxi brengt ons in ongeveer 2,5 uur naar de grens, waar we soepel onze uitreisstempeltjes halen en nieuwe stempels voor Thailand krijgen. Helaas is de aansluiting met de trein niet zo denderend, dus gokken we op een bus naar het vliegveld van Bangkok. Vanaf daar weten we de weg naar het centrum. Eenmaal in Bangkok voelt het een beetje als thuiskomen. Het is fijn om eens niet alleen maar nieuwe dingen te zien, maar ook weer eens vertrouwde routes te nemen. We boeken een hotel pal tegenover het treinstation, omdat we vanuit daar weer vertrekken, en een busticket naar Koh Tao. Koh Tao is een van de eilanden in de Golf van Thailand en we hebben er veel positieve verhalen over gehoord. Hier is het dan eindelijk tijd voor ons langverwachte duikbrevet!
We nemen een nachtbus naar Chumphon, vanwaaruit er ferry's naar de eilanden vertrekken. Het is geen erg comfortabele reis. De airco werkt niet naar behoren, Tess voelt zich verschrikkelijk (heeft hoofdpijn, is snotverkouden en niest en hoest de hele nacht waardoor ze geen oog dicht doet) en Leroy heeft een stijve nek. In Chumphon moeten we midden in de nacht ongeveer vier uur wachten op onze ferry-aansluiting. Er worden slechte Amerikaanse en Thaise horrorfilms gedraaid in het restaurant, we lezen, slapen en eten wat en dan gaat Tess de zonsopgang maar bekijken, die wel heel mooi is vanaf hier. Om zes uur in de ochtend mogen we dan eindelijk de boot op, en nog eens drie uur later zetten we onze eerste voetstappen op Koh Tao. We checken in in ons resort, registreren ons voor de PADI-cursus en slapen dan een paar uurtjes in de zon.

Het behalen van het duikbrevet bestaat uit een vierdaagse cursus. De eerste dag is een soort introductiemiddagje, waarbij we filmpjes te zien krijgen en vullen we het een en het ander in over gezondheidsvoorwaarden. Je mag niet duiken als je verkouden bent (oepsie, Tess...) of angina hebt gehad (huh?) maar ze laten ons toch toe. Verder is het twee dagen stugge theorie stampen (jaja, we voeren ook daadwerkelijk nog iets uit hier!). We leren over onze BCD's (de jasjes die je draagt met duiken), wetsuits, snorkelbrillen en nog veel meer, waarna we bepakt en bezakt in het zwembad te water gaan. De eerste ademhalingen onder water worden geoefend en we leren over noodsituaties onder water. Als we in het diepe gedeelte van het zwembad op de bodem gaan zitten is dit voor Tess een beetje moeilijk want ze kan haar oren niet 'klaren' - het blazen door je neus wat je ook in het vliegtuig doet als je oren dicht zitten. Ze krijgt er hoofdpijn van. Misschien dat de neusspray het voor morgen een beetje op gaat lossen. Fingers crossed!
Op de derde dag is het tijd voor onze eerste echte duik. Om twaalf uur verzamelen we bij de equipment-room, waar we al onze duikspullen bij elkaar zoeken. Dit gaat vlot en al snel zit vooral Tess gespannen in de boot. Leroy heeft al eens gedoken, dus die vind het niet zo spannend. We moeten allereerst ons duikgerei klaarzetten. Onze BCD op de zuurstoffles, alle slangen vastschroeven, alles checken, wetsuit half aan en dan een korte voorbereidingsspeach van Pieter, onze Nederlandse instructeur. Hij dringt er nogmaals op aan om de nummer 1 vuistregel van het duiken niet te vergeten: 'never, never, hold your breath' (dit omdat de lucht in je longen uit zet bij het naar boven zwemmen en dit voor scheurtjes in je longen kan zorgen). Dan is het tijd om alles aan te trekken. We trekken onzelf in ons wetsuit, ritsen elkaar dicht en hijsen ons in onze BCD's. Een gr0ndige buddycheck en dan zetten we onze eerste stap (een letterlijke stap van de boot af!) in de oceaan. Bij Tess gaat het afdalen moeizaam vanwegen haar oren, maar bij Leroy verloopt alles vlekkeloos. De neusspray heeft Tess haar neus wel leeggemaakt, maar heeft voor de rest van haar holtes niet veel gedaan. Alles zit nog net zo dicht als voorheen, wat resulteert in een scherpe pijn in haar linkeroor. Stress! Pieter helpt met rustig afdalen, een stukje omhoog, oren klaren, met het hoofd schudden, en uiteindelijk komt iedereen netjes op de bodem van de zee terecht. We doen wat oefeningetjes onder water, zoals elkaars nood-zuurstof voorziening gebruiken en water uit je duikbril blazen, waarna we weer naar de oppervlakte drijven. Na een uurtje op de boot doen we een tweede duik. Pieter adviseert Tess om rustig de tijd te nemen voor het afdalen, dus die neemt ze, maar na tien minuten op ongeveer vier meter diepte komt hij haar toch halen. Langzaam cirkelen ze rondjes waarbij ze steeds een halve meter afdalen en Tess haar oren open blaast. Uiteindlijk zitten we weer tevreden op de twaalf meter diepe oceaanbodem. Hier zwemmen we wat rond, maar er is niet heel veel te zien op deze duikstek. Helaas, misschien morgen beter?
De vierde dag van de duikcursus is het moment daar: we gaan achttien meter diep duiken! Tess is een beetje gespannen vanwege haar aanhoudende verkoudheid en verstopte holtes, maar Leroy heeft er zin in. Hopelijk zien we hier wat meer levende wezens. Op de boot doen we dezelfde routine als gisteren: alles checken en klaarzetten, een korte speach van Pieter waarna we alles weer op onze rug hijsen. Vlak voordat we te water gaan drukt Pieter een klein pilletje in Tess haar hand. 'Nemen met veel water, ook na afloop extra drinken en hopen op een goede duik,' zegt hij met een knipoog. Het blijkt een of ander middeltje te zijn dat alle holtes in je hoofd open maakt en het werkt wonderbaarlijk! Zodra Tess drie meter diep is voelt ze al verschil: geen onplezierige druk in haar voorhoofd, haar oren klappen bij poging 1 meteen al open en ze komt zonder verdere problemen op achttien meter diepte. Ook Leroy volgt zonder problemen en het word een geslaagde duik. Hier zien we meer vissen, koraal en zeewieren en een stukje verder op zien we zelfs een grote zeeschildpad! We maken salto's, koprollen en drijven wat rond in deze gewichtsloze wereld. Geweldig!
De laatste duik is al even mooi, al moet Leroy toegeven er in Egypte veel meer te zien was. We zwemmen heerlijk rond, langs grote groepen vissen, gekleur koraal, zeeplanten, rotsen en nog veel meer moois. Aan het einde van de dag zijn we het er over eens: dit gaat zeker niet onze laatste duik zijn!

Na het behalen van onze PADI vertrekken we weer van Koh Tao. We kiezen ervoor om met de boot terug naar Chumphon te gaan en vanaf daar ter plekke te kijken hoe we verder komen. We weten een nachttrein te boeken naar Trang, een kustplaats in het zuiden van Thailand, waar we nu zijn. Het plan om hier nog een eilandje mee te pikken hebben we laten varen, want het komt hier al de hele dag met bakken uit de hemel en op de eilanden schijnt het niet anders te zijn. Wel jammer.
We zitten even in dubio waar we nu dan heen willen. Misschien dat we wel zo snel mogelijk door reizen naar Maleisie, dan hebben we nog tijd over om een week of twee op Borneo te spenderen... (en we moeten toegeven dat we nu al verlangen naar de mooiste duikplekken van de wereld, daar!)

Cambodja: Het PEDOFIELEN paradijs, maar niet voor lang meer!

Nu even een totaal ander verhaal. Een verhaal die als filmscript niet zou mistaan. Een verhaal over het leven dat Pedofielen leiden in Cambodja.

We hadden de organisatie APLE Cambodia aangeschreven (http://www.aplecambodia.org). Deze organisatie jaagt op, meestal uit het westen komende, pedofielen. We hadden hier een documentaire over gezien ophttp://player.omroep.nl/?aflid=11191067.
Na dit alles gezien te hebben toen we nog in Bangkok waren, wilden we wel erg graag meer weten over deze organisatie. In Sihanoukville had Leroy dan ook een e-mail gestuurd met de vraag of we de organisatie konden bezoeken. Als reactie kregen we terug dat dit op een maandag zou kunnen en als we het adres wilden weten we het bijgevoegde telefoonnummer moesten bellen. Afgelopen zaterdagochtend hadden we dan ook gebeld, maar er werd niet opgenomen. We stuurden nogmaals een e-mail, maar kregen verder geen reactie meer. We namen het besluit dat we maandag heel vroeg op zouden staan, de organisatie nogmaals zouden bellen en als er wederom niet werd opgenomen, we het bezoek aan ons voorbij zouden laten gaan. Gisteren wilden we dan ook naar bed gaan toen we ineens een e-mail rond 23:30 kregen. Het was de anonieme persoon: in de e-mails die hij stuurde, vermelde hij niet zijn naam noch zijn functie. We kregen een adres door waar we rond 10 uur maandag ochtend terecht konden. We namen dan ook een tuktuk richting de genoemde straat. Het was een gebied buiten het centrum van Phnom Penh en belanden in een krottenwijk. Overal afval: in de rivier, langs de weg, voor 'huizen', kortom een smerig gebied. Het adres wat we hadden doorgekregen was daarentegen een gebouw wat was omheind met prikkeldraad en een groot hek. We belden aan en er deed een bewaker open. We vertelden de man dat we een afspraak hadden met de iemand van de APLE Cambodia organisatie. Hij liep terug, sloot de deur en kwam even later met een net geklede man terug. In perfect Engels melde de man ons dat hij niet wist waar wij het over hadden. We belanden in een discussie en lieten de man zien dat dit toch echt het adres was wat wij hadden doorgekregen. Dan maar even bellen naar het nummer dat in de e-mail stond vermeld. Tess belde met een telefoon van de bewaker en kreeg de anonieme persoon aan de lijn. 'We staan voor jullie organisatie, maar er wordt ons gezegd dat dit niet het juiste adres is', zei Tess. De man deed erg geheimzinnig aan de telefoon en Tess besloot de telefoon aan de bewaker te geven zodat hij in het Khmer (de taal in Cambodja) duidelijk kon maken. De bewaker hing vervolgens op en zei dat we heel ergens anders heen moesten. Vertwijfeld stonden we daar, want we hadden het gevoel dat dit alles niet helemaal pluis was. 'Jullie moeten een brommer nemen en ik vertel hem wel waar hij heen moet', zei de bewaker. Hmmmm dachten wij: met zijn tweeën achterop een brommer en dan ook nog eens niet weten waar we naartoe werden gebracht. Leroy twijfelde of we dit door moesten zetten. Anderzijds waren we nu helemaal buiten het centrum van Phnom Penh en we wilden toch wel erg graag weten wat de organisatie precies doet. 'Vooruit, we stappen wel achterop en we zien het wel', zei Tess. Oké, achterop die scooter en de touwtjes overhandigen aan de scooter taxi. Alvorens we opstappen werd ons verteld dat de 'chauffeur' ons ergens naartoe zou brengen alwaar hij zou worden gebeld en verdere instructies zouden volgen. We vonden het toch wel eng worden, maja wie A zegt moet ook B zeggen! We reden kriskras door allerlei smalle straatjes vol met arme mensen en kwamen uiteindelijjk ergens in een druk gebied uit. De 'chauffeur' stopte en precies op dat moment werd hij gebeld. We keken om ons heen. Misschien werden we wel in de gaten gehouden, wie weet, alles was nu mogelijk! 'Hup, weer zitten we moeten verder', zei de chauffeur. Uiteindelijk kwamen we in een klein steegje terecht en werden we bij exact hetzelfde huisnummer en dezelfde straatnaam afgezet, alleen: dit was een totaal andere straat. We moesten een smal steegje inlopen en daar zouden we de anonieme man treffen. Niet dus, mensen vroegen ons hier wederom wat we kwamen doen en we raakten een beetje gefrustreerd. Ineens verscheen een man achter ons die gebaarde achter hem aan te lopen. Er kwam een net geklede man op ons afgelopen die vroeg: 'are you Leroy?' We schudden elkaar de hand en hij excuseerde zich voor het feit dat het zo omslachtig moest. Hij stelde zich voor als de baas van APPLE in Phnom Penh. We liepen achter hem aan naar een ander gebouw en daar gingen we een zwaar bewaakt terrein op. Achteraf vertelde deze man ons dat we op het moment van aankomst in de eerste straat in de gaten gehouden werden en dat we zelfs gefillmd waren door geheime bewakingscamera's! De lokatie is namelijk geheim en om de 2 jaar verhuist APLE Cambodia het pand naar een andere lokatie.

Hij legde bij aankomst eerst uit wie APLE is, wat ze doen en hoe ze te werk gaan. Heel interessant! Zo zijn er vele 'spionnen' die verdachte mannen in de gaten houden: dag en nacht! Deze spionnen kunnen tuktuk chauffeurs zijn of straatverkopers. Wij vroegen ons af wanneer ze iemand gaan volgen, want een verdenking is natuurlijk niet genoeg om iemand direct te gaan schaduwen. Het blijkt dat pedofielen vrij gemakkelijk te herkennen zijn. Als een pedofiel in contact is met een kind dan zijn ze sterk gefocust met aandacht geven aan het kind. Als je ze dan aanspreekt dan kijken ze je vaak niet aan tijdens een gesprek, maar blijven hun ogen gericht houden op het kind. Natuurlijk is niet iedere man die zich met kinderen omringd direct aan te merken als pedofiel. Toch is het natuurlijk verdacht dat een alleen reizende westerse man zich omringd met allerlei straatkinderen. Vaak is het ook zo dat ze continu de kinderen complimenten geven en ze de hele tijd aanraken op hun hoofd of ze een kusje geven op hun wangetjes.

Als er dan iemand als verdacht wordt aangemerkt, zoekt de organisatie uit of de mogelijke pedofiel bezig is met 'grooming.' Grooming is het benaderen van en contact leggen met kinderen door een pedofiel met als uiteindelijke doel het mogelijk maken van seksueel contact door de seksuele drempels en remmingen van het kind te verlagen. De Nederlandse uitdrukking 'kinderlokker' komt hier dicht bij in de buurt, hoewel het niet precies hetzelfde is. Ook bij seksueel misbruik binnen een gezin kan sprake zijn van een groomingproces, waarbij de dader de normale familierelatie stap voor stap 'ombuigt' tot een seksuele relatie. Dit kunnen ze bijvoorbeeld doen door geld te betalen zodat het kind naar school kan. Daarnaast kan een pedofiel ook de ouders van het kind financieel afhankelijk van hem maken. Hij zorgt er voor dat het gezin genoeg te eten heeft, organiseert dagjes uit voor het gezin en langzaam aan probeert de pedofiel seksueel in contact te komen met het kind. Grooming is echter niets strafbaar in Cambodja dus als hier sprake van is, kan de desbetreffende persoon nog niet worden aangeklaagd. De verdachte wordt vervolgens dag en nacht gevolgd en als de pedofiel een kamer ingaat samen met 1 of meerdere kinderen, belt APLE de politie en doen ze een inval.

Na dit alles aangehoord te hebben, waren wij natuurlijk diep onder de indruk. Vervolgens werden we naar boven begeleid en kwamen we in een ruimte waar verschillende medewerkers zaten. Zo waren er computer expoerts die pedofiele netwerken onderzochten. Er was iemand die diplomatieke betrekkingen onderhoud tussen verschillende westers landen. Ook zat er een advocaat die eventuele aanklachten zodanig onderzocht dat hij kon bepalen of er een zaak mogelijk was. Kort geleden hadden ze er nog voor gezorgt dat een Nederlandse pedofiel was opgepakt en veroordeeld. Deze man had zelfs een eigen weblog op www.volkskrant.nl. Hij runde een weeshuis en blijft tot vandaag ontkennen dat hij pedofiel is en zegt dat hij er in is geluisd. Hij heeft momenteel een nieuwe weblog op internet en hoewel we weten welke dit is, posten we de website niet omwille van zijn privacy.

Vervolgens kwamen we in de vergaderruimte die vol hing met allerlei soorten foto's. Op deze foto's geen mannen met balkjes voor hun ogen, maar gewoon vol in beeld. Hieronder waren ook Nederlanders. Er was een rij met foto's die genomen waren door spionnen van APLE. Op deze foto's zagen we pedofielen die met kinderen over straat liepen alsof het 2 volwassen, net verliefde, stelletjes waren. Een andere rij foto's liet ons hun spionnen zien op welke manieren ze actief zijn. Zo waren er tuktuk chauffeurs, mensen die zogenaamd een straatkraampje runnen, en spionnen die met de kinderen contact probeerden te maken om informatie te krijgen van de pedofiel in kwestie. Hiernaast hing een rij met foto's van arrestaties van pedofielen die op de andere foto's nog met kinderen op straat te zien waren.
Naast dit alles was een apart prikpord met pedofielen die momenteel actief zijn in Phnom Penh. We hebben ze vol in beeld gezien en we hopen ze hier niet tegen te komen. 3 van de 4 pedofielen werden aangeduid met zéér verdacht en ééntje was pas net ontdekt. 1 van deze zéér verdachte personen werd al 4 jaar gevolgd! De arrestatie liet niet lang meer op zich wachten. De desbetreffende pedofiel kwam uit een westers land en was arts. Hij was homofiel, want hij was te vinden in de gayscene van Phnom Penh. Hij was echter ook gesignaleerd met zéér jonge jongetjes die hij zeer waarschijnlijk had misbruikt. Momenteel had hij een 'relatie' met een Cambodjaan, maar de verdenking was dat deze Cambodjaan een kinderhandelaar is. Een dubieuze wereld, zoals jullie wel zullen begrijpen.

Het enge van dit alles is dat als wij aan een pedofiel denken, we een vieze oude dikke man voor ons zien. Op sommige foto's waren pedofielen te zien die net 20 jaar waren. Het hadden zeg maar vrienden van ons kunnen zijn. Het was des te enger dat de meeste pedofielen echt hele normale mensen zijn en de meeste zelfs academisch opgeleid zijn! Uiteindelijk kregen we nog een prikbord met foto's te zien, waarop pedofielen op heterdaad waren betrapt! De geslachtsdelen van de slachtoffers waren met een balkje weggewerkt, maar de pedofielen waren wel vol in beeld! Terecht! Afschuwelijk om te zien. Zo werden we nog even hard met onze neuzen op de feiten gedrukt. Normaal lees je er over in de krant of zie je iets op tv. Nu zie je echt de beelden inclusief kinderen die naakt op foto's staan met naakte mannen.

1 van deze mannen kwam uit België en bleek in het engels les te geven. De kinderen die les kregen zaten niet in schoolbanken, maar werden aan het plafond naakt opgehangen en tevens zwaar mishandeld. Deze man zag er echt heel normaal uit en had gewoon jouw of mijn vader kunnen zijn. Er werd ons verteld dat 1 ding heel raar was aan deze man. Hij was vroeger zelf ernstig misbruikt en daardoor was hij geestelijk blijven hangen in zijn pubertijd. Hij was in de 40, maar geestelijk was de man 13 jaar!

Aangezien het teveel is om op te noemen (we waren namelijk 4 uur bij deze organisatie en de baas bleef maar doorpraten, zoveel had hij te vertellen) hebben we nu natuurlijk een selectie gemaakt. Hij vroeg ons of we van een bepaald wijk hadden gehoord in Phnom Penh. De straten hier hebben geen namen, maar alleen nummers en je zou denken dat 118 bij 120 in de buurt ligt, maar dat is dus absoluut niet zo. Het kan zo aan de andere kant van deze grote stad liggen. Dus, we wisten niet welke wijk hij bedoelde. Hij vertelde ons dat daar de prostitutie zone zit. Je kan daar seks hebben met vrouwen, maar als je pedofiel bent kun je als je de juiste personen in deze week hebt opgespoord achter de normale huizen komen en daar zijn kinderen tussen de 4 en 12 jaar die er worden geprostitueerd!! Echt te ziek voor worden. Dus bordelen met in plaats van meerderjarige vrouwen allemaal kleine kinderen. Deze kinderen weten niet beter dus die denken dat ze een normaal leven leiden! Gelukkig weten we niet waar de wijk zit en dat willen we verder ook niet weten. Hij zei wel dat je via pedo-netwerken telefoonnummers kon krijgen van Cambodjanen in Phnom Penh die jou dan in dit prostitutiegebied naar geheime huizen konden brengen.

We kregen ook nog te horen dat er een wijk was waar we waarschijnlijk langs gekomen zijn op weg naar Phnom Penh. Hier kun je heen - dit zie je ook in de documentaire van netwerk - en met de juiste connecties kom je dan in een gebied waar je kinderen voor 10 euro kan kopen!! Dus niet huren, maar kopen! Ze zijn dan gewoon van jou en dan kun je doen en laten wat je wil! Na de uitzending van netwerk wordt hier momenteel goed op gecontrolleerd. De undercover-journalisten die hier waren, bleken ontdekt te zijn tijdens hun undercoveractie en zijn toen in elkaar geslagen. We weten niet meer zeker of dit ook in de documentaire wordt vermeld, maar ze zijn dus echt afgeranseld, maar hebben het overleefd.

Wij vroegen of we, na deze documentaire, nog steeds zomaar de wijk in konden. De baas vertelde dat dit zeer moeilijk is, want alvorens je deze wijk nadert wordt je al opgemerkt door personen die zich buiten de wijk bevinden. Er wordt dan doorgebeld dat er westerse mensen naar de wijk lopen en dan wordt je opgewacht. Als je dan echt seks wilt met kinderen dan kan dat wel, maar als je er heen komt met een undercoveractie is dat niet meer mogelijk. Want, als je eenmaal in deze wijk bent moet je seks met een kind hebben anders verlaat je de wijk niet meer levend. Het is dus zeer moeilijk voor APLE om te infiltreren in deze wijk. Gelukkig weten we ook niet waar deze wijk is en het is beter om dat alles maar te laten rusten. We kunnen nog wel uren doorvertellen en dat zullen we thuis ook zeker doen, maar nu hebben jullie in ieder geval een beter beeld hoe het er aan toe gaat in een land waar de armoede zo prominent aanwezig is!

Tess wilde graag een weeshuis bezoeken en de baas vroeg gelijk welke dat waren. Tess noemde er 3 en de baas schrok! 2 van de drie weeshuizen werden namelijk op dit moment onderzocht door APLE en er zouden daar op grote schaal kinderen worden misbruikt. Wij schrokken daar ontzettend van. Veel weeshuizen kun je hier bezoeken in Cambodja, maar momenteel is het een booming business om toeristen rond te leiden in deze weeshuizen. Je kan zelfs voor een klein bedrag een kind de hele dag meenemen om hem/haar een plezierige dag te bezorgen. En ja, jullie dachten het waarschijnlijk al, pedofielen maken maar al te graag gebruik van deze optie. 1 weeshuis was in ieder geval wel pluis en daar zullen we dan in Siem Reap heen gaan!

We kregen trouwens nog informatie over de verschillen tussen arm en rijk en de allom aanwezige schaamteloze corruptie in dit land. Als je iemand wilt laten vermoorden kost dat $300 = 210 euro! Niet gek, een gemiddeld maandinkomen is ongeveer 10 euro! Leroy had al zijn fooi gespaard na 3 maanden werken bij de Panoramahoeve. Dit wilde hij niet zelf gebruiken, maar voor goede doelen. Dit is in ieder geval een organisatie waar hij een deel van zijn geld heen stort. De mensen werken er namelijk allemaal op vrijwillige basis en sommige met gevaar voor eigen leven. Ze krijgen wekelijks dreigmails en worden soms, als ze ontdekt zijn als APLE medewerkers, met de dood bedreigd. De organisatie is afhankelijk van donaties. Vanuit Nederland komen er donaties van particulieren en zelfs de overheid. Verder zijn er veel donaties vanuit Frankrijk en de Verenigde Staten. We hebben met eigen ogen gezien hoe APLE te werk gaat en het is zeker waard om te overwegen een donatie te doen. Met 10 euro help je de mensen hier een heel eind, want zoals we net al vermelden verdienen de meeste mensen hier maar 10 euro per maand. Als er geen donaties meer zouden binnen komen moet APLE stoppen met het zéér belangrijke werk dat ze doen. Wij vinden immers dat alle kinderen recht hebben om normaal te kunnen opgroeien. Ze leven hier al in de armoede, maar om dan ook nog seksueel te worden uitgebuit is absoluut de druppel! Als je geld wilt doneren bezoek dan de website van APLE:http://www.aplecambodia.orgen kijk zeker de zéér interessante documentaire van Netwerk!

STOP seksuele uitbuiting van kinderen!


De gelukkigste bladzijden uit de wereldgeschiedenis zijn de lege bladzijden


PHU QUOC
Phu Quoc moest het eiland zijn waar we dan eindelijk de witte stranden zouden tegenkomen. We vertrokken in de avond met de bus naar het uiterste zuiden van Vietnam, alwaar wij de boot zouden nemen naar het eiland Phuo Quoc (2,5 uur varen). We zouden rond een uur of 6 aankomen in Rach Gia en vervolgens de boot om 08:00 nemen naar Phu Quoc. Zoals gewoonlijk verliep het weer anders, want om 3:15 in de nacht waren we al in Rach Gia. Lekker, lopen we met zijn 2-en door een donkere stad en de enige mensen die we tegenkwamen waren oude dronken Vietnamezen. We voelden ons niet echt veilig, maar vol goede moed liepen we naar de haven. Daar moesten we dan uiteindelijk nog ruim 4,5 uur wachten. 2 Canadezen uit onze bus kwamen bij ons zitten en we hebben met hen de 4,5 uur vol gekletst. Ze kwamen uit Montreal en Engels was hun 2e taal. Ze spraken daar normaal altijd Frans. Grappig, want wij wisten wel dat Canada eens van de Fransen was, maar niet dat het land was verdeeld in een Engelstalig en Franstalig deel.
Uiteindelijk arriveerden we na een lange bootreis op Phu Quoc. Infrastructuur was er vrijwel niet aanwezig. Dus dat was een rit van een half uur over zandwegen die volgelopen waren met water. We arriveerden bij ons hotel en gingen daarna gelijk naar het strand. Dit strand was hetzelfde als het strand van Nha Trang dus we waren wel een beetje teleurgesteld. De volgende dag hadden we een scooter gehuurd, want 20 km aan de andere kant van het eiland in het zuidelijkste puntje, daar zou wél een sneeuw wit strand zijn. Er heen rijden was absoluut verre van relaxed, want doordat er geen geasfalteerde weg lag konden we door het stoffige zand even hard als dat je normaal gesproken fietst. Ondertussen werd de lucht steeds donkerder. Uiteindelijk kwamen we aan bij het strand. Het was redelijk wit, maar nog steeds niet hetzelfde als dat van de Perhentian Islands in Maleisië. Op zich was dit geen probleem, maar het begon keihard te waaien en dit was het begin van de storm die het eiland de hele dag zou teisteren. We dachten: laten we weggaan voordat het echt hard begint te regenen. We zaten nog geen 5 minuten op de scooter terug naar ons hotel, toen het keihard begon te regenen. De wegen liepen vol water en sommige wegen overstroomden. 'Wow, hoe moeten we daar doorheen', vroeg Leroy aan Tess en hij wees naar een soort van rivier over de weg. 'Probeer maar gewoon', zei Tess, 'we zijn toch al doorweekt'. We reden zachtjes richting de plas en hup: de scooter verdween tot bijna het stuur onder water. We haalden gelukkig de overkant en hoewel we toch al doorweekt waren, zaten we nu ook compleet onder de blubber.

De volgende dag was het weer stralend: strak blauwe lucht, +/- 35 graden, kortom strand weer. Heerlijk! We hebben de hele dag liggen luieren en in de avond wilden we een pizza eten. Na een kwartier kwam de ober met de mededeling dat het nog een uur kon duren. Waarom? Nou de ober deelde ons zonder schaamte mede dat de pizza van een ander gedeelte van het eiland moest komen. Misschien een goed idee in Nederland: begin een restaurant zonder keuken, zet er alles op wat mensen kennen en bestel het bij andere restaurants wanneer je gasten er om vragen.

We besloten om de volgende dag te vertrekken naar Cambodja. Visa wilden we zelf regelen, want we vertrouwden de Vietnamezen niet met hun dubieuze prijzen. Met de bus werden we 10 minuten van de grens gedropt bij het reisbureau waar we de ticket hadden geboekt. Hier konden mensen hun visum regelen. Iedereen deed dat voor $25. Het was dezelfde prijs als aan de grens werd ons medegedeeld. Wij dachten: het zal wel, we doen het lekker zelf. Door het zelf te doen, zou wel iedereen op ons moeten wachten. So be it!

CORRUPTIE
We kwamen bij de grens aan en iedereen moest precies dezelfde handeling uitvoeren als dat wij moesten dus we waren allemaal tegelijk klaar. Een visum aan de grens kost $20, althans dat hadden wij op internet uitgezocht. Er werd ons net als de rest medegedeeld dat het $22 was. Overtuigd van ons gelijk begonnen we te discusseren met de corrupte ambtenaar. We wilden een bonnetje met zijn naam en het bedrag dat we moesten betalen. Hij nam onze paspoorten in beslag en we moesten wachten tot de rest uit onze bus klaar was. Ze kregen een stempel en moesten nog naar een ander loket alwaar ze nog een keer $3 moesten betalen voor een tweede stempel. Terwijl de man stempels uitdeelde begon hij vragen aan ons te stellen: waar wonen jullie in Nederland? Wat komen jullie in Cambodja doen? Nederlanders zijn toch heel erg rijk? Wanneer vertrekken jullie uit Cambodja? Wij gaven vrolijk antwoord en toen de groep uit onze bus naar het andere loket liep moesten wij betalen. $20 per persoon. We gaven de beste man $40, maar bij één briefje begonnen hij en zijn twee collega's heel raar te doen. Ze hielden het in het licht en het briefje was nep volgens hen. Geërgerd zeiden we dat ze normaal moesten doen en dat het echt geld was. Vervolgens was het briefje dan toch wel echt, maar het was te oud. Het goede briefje kwam uit 2007 en deze kwam uit 2006. Kom op mannen, nu normaal doen het is echt geld en nee we hebben niet meer geld bij ons. Met frisse tegenzin kregen we dan toch ons eerste stempel. YES! Ons stempel was net even iets anders als de stempels die de rest van de mensen uit de bus hadden gekregen. Wij kregen een stempel met Payed $20 er op en de rest kreeg een stempel met Payed ... Het werkt zo: door een bon te vragen aan de ambtenaren met hun naam en het bedrag, werden ze in verlegenheid gebracht. In eerste instantie vroegen ze ons wat we ermee gingen doen. Wij vertelden ze dat we in Phnom Penh naar het overheidsgebouw zouden gaan om te verifiëren of het bedrag wel klopt wat ze in eerste instantie vroegen. Dan zouden wij daar te horen krijgen dat dat niet zo is en dan verliezen de amtenaren aan het loket hun baan. Dat willen ze natuurlijk niet dus ze moeten dan wel de $20 accepteren.

Bij het tweede loket aangekomen werd de situatie nog vreemder. Leroy's paspoort werd binnenste buiten gekeerd en wel 10 keer doorgebladerd. Ook keek deze ambtenaar de hele tijd naar de foto van Leroy of hij het wel echt was. Wij vonden het wel grappig, want hij moest uiteindelijk toch een stempel zetten. Waarschijnlijk deed deze man dit, omdat hij op ons visum een stempel met $20 had zien staan. Hierdoor kon hij onmogelijk $3 aan ons vragen. Kortom we hadden er goed aangedaan het zelf te regelen. Tevens een bizarre ervaring rijker! Het ging ons niet om de $5 meer die we per persoon zouden moeten betalen, maar om het principe dat we niet gaan meewerken aan corruptie. Als iedereen dit maar over zich heen laat komen kunnen ze deze vorm van corruptie in stand houden.

Eindelijk waren we dan de grens over, alwaar we weer een loket tegenkwamen. Dit keer moesten we een formulier invullen dat we gezond waren en niet ziek waren geweest. Tess had op internet gelezen dat je niet eens kon aankruizen dat je hoofdpijn had gehad, want dan zouden ze je onmiddelijk in quarantaine plaatsen. Vervolgens werd ons een dollar gevraagd. Wij vroegen waarom dat was en hij deelde ons mee dat we er dan mee instemden dat we gezond waren. Belachelijk: een dollar betalen zodat je dan dus aangeeft dat je gezond bent. Nee, we namen geen genoegen met zijn antwoord. De man was overigens heel aardig en gedroeg zich uiterst beleefd. Toen zei hij: 'Wij verdienen hier heel weinig geld per dag: $1. We vragen daarom geld zodat we wat bij kunnen verdienen om ons gezin te onderhouden. 50% van deze dollar moeten we aan de overheid afstaan en de rest wordt verdeeld onder mij en mijn collaga's.' Nou, hier wilden we wel aan meewerken en we betaalden de man, omdat hij zo eerlijk was in tegenstelling tot die andere corrupte ambtenaren die niet eens konden (of wilden?) uitleggen waarom we meer dan $20 moesten betalen.

CAMBODJA
We zaten eindelijk in ons busje op weg naar Sihanoukville: een kustplaats. We werden gelijk weer 100 jaar in de tijd teruggeslingerd. Cambodja is pas sinds eind jaren 90 toegankelijk en het hele land is totaal verwoest door een tientallen jaren durende burgeroorlog met de Rode Khmer als dieptepunt. Op weg naar Sihanoukville zagen we alleen maar huizen gemaakt van metalen platen. De weg was een en al rode modder en erg oncomfotabel. Uiteindelijk kwamen we op één van de weinige wegen die geasfalteerd zijn in Cambodja. Deze wegen verbinden de 3 belangrijkste toeristen plaatsen: Sihanoukville, Phnom Penh en Siem Reap. Wat een contrast met Vietnam! Op de reis naar Sihanoukville zagen we rijstvelden die tot aan de horizon rijkten. Na het vlakke Vietnam zien we hier weer hele hoge bergen. Wat een mooi landschap!

Sihanoukville schijnt de mooiste badplaats van Cambodja te zijn. We zijn het er wel over eens: het is hier mooi. Het strand is heerlijk zacht, de zon schijnt flink en de zee is helder en schoon. We luieren een paar heerlijke dagen op de zonnebedden op het strand. We verbranden, Tess laat haar nagels vijlen, knippen en lakken, we sippen van onze drankjes en zwemmen in de zoute zee. Genieten!
Wat ons opvalt is dat de mensen hier (in Cambodja) een stuk vriendelijker zijn dan in Vietnam. De mensen lachen hier meer, ze willen vaak alleen hallo zeggen en - most important - ze nemen genoegen met één keer 'nee'. Wat een verademing, na de opdringerige benadering van de Vietnamezen.

De laatste dag in Sihanoukville boeken we een tour naar het National Park van Sihanoukville. We worden - zoals we onderhand wel gewend zijn - met zn elven in een busje gepropt en naar het park gereden. Hier stappen we over op een mooie rood met groene boot en varen we in ruim anderhalf uur een brede rivier af. Hier en daar doemen kleine gekleurde vissershuisjes op en waneer we bij ondiep water aankomen zien we mannen en vrouwen in de rivier staan. Tot hun nek in het water. Er word ons verteld dat ze met hun handen aan het vissen zijn: garnalen en oesters worden behendig uit het water geplukt. Wonderbaarlijk!
Na de boottocht komen we aan op een soort eiland waar we een korte trekking maken. We lopen langs een klein dorpje waar overal mooie, Cambodjaanse kindertjes rondlopen. Ze zwaaien van een afstand en roepen verlegen 'hello' of 'bye'. Schattig!
Helaas is er tijdens de trekking niet zo veel te zien (Leroy had toch wel een grote cobra willen spotten) maar is het strand waar we op uitkomen wel prachtig. We zouden hier het water in kunnen maar wij doen liever wat anders: Tess zoekt de mooiste schelpen van het strand en Leroy maakt een praatje met onze gids. Hij heeft geen huis, want dat is te duur (1000 dollar voor een houten hutje). Hij is wel heel dankbaar dat hij engels kan leren van toeristen, want daardoor heeft hij nu een baantje in de touristsche sector. Maar veel verdient hij er nog steeds niet mee. Arme stakker.
Na veertig minuten lopen we weer terug door de jungle en krijgen we lunch. Onhandig als hij is laat Leroy zijn brood vallen en de graatmagere honden hebben het snel te pakken. Gelukkig krijgen ze na onze maaltijd nog wat restjes toegeworpen. Ook de twee kindertjes die geduldig hebben zitten wachten krijgen de overgebleven cola en bananen. Prachtig om die kleintjes zo te zien glunderen.

De dag na de trip vertrekken we naar Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja, waar we nu gestationeerd zijn. Het is hier DRUK. We hadden dit eigenlijk niet zo verwacht, maar het is minstens even druk als in Hanoi! Verder is het hier wel heel mooi. Hier en daar een grote, vieze, chaotische markt, een mooi strak geordend park of een goud glimmende pagode. We vinden een prima hotel voor maar 12,50 per nacht en zijn tevreden.
Tussen 1975 en 1979 was Pol Pot aan de macht met zijn partij, de Rode Kmer. Dit was een ultra communistische partij die terug wilde naar het Cambodja van duizenden jaren terug. Aangezien Cambodja er in Cambodja al decenia lang een burgeroorlog woede werd de Rode Kmer met open armen ontvangen. Zij zouden er wel voor zorgen dat er rust zou komen in de samenleving. De Rode Kmer nam Phnom Penh (de hoofdstad) over en binnen een paar uur na de machtsovername begon het regime met de zuiveringen. Om dit te bewerkstelligen moesten alle intelligente mensen worden vermoord. Hierdoor zouden er alleen nog maar 'domme' mensen overblijven die makkelijk waren te leiden. Mensen die makkelijk te beïnvloeden waren (kinderen) werden getraind om alle andersdenken en intellectuelen te vermoorden. Ook vermoorden zij hun eigen ouders. Cambodja was voor geen enkele buitenlander meer toegankelijk en moest volledig zelfvoorzienend zijn. Alle technologie die er was werd vernietigd waardoor er een agrarische samenleving overbleef. De 'domme' mensen werden de slaven van de partij. In iets meer dan 3 jaar werden er meer dan 3 miljoen mensen vermoord. Er is een film over gemaakt: The Killing Fields, welke 3 oscar won! Deze film gaan we dus bij thuiskomst zeker bekijken. Pol Pot is uiteindelijk nooit veroordeeld. Genocide is gedefinieerd als het op grote schaal vernietigen van mensen die behoren tot hetzelfde ras of dezelfde godsdienst aanhangen. Pol Pot kon hier niet voor worden veroordeeld, wettelijk gezien, want iedereen die intelligent was werd omgebracht. Dit waren mensen van diverse rassen en met diverse godsdiensten. Bizar!
Via het hotel regelen we voor de volgende dag onze eigen tuk-tuk chauffeur. Voor 15 dollar is hij een hele dag van ons!
Eerst brengt hij ons naar Tuong Sleng, het genocide museum. Wat we hier zien en lezen is heftig, maar dat wisten we van te voren. We lopen door de voormalige schoolgebouwen, gaan kamers in waar bloedvlekken nog op de grond te zien zijn, waar ijzeren bedden in staan, waar kettingen liggen waar gevangen mee geketend werden. Artsen, professoren, politici... Alle hoog opgeleide mensen werden hier opgesloten en dagenlang gemarteld, totdat zij daden bekenden die ze niet begaan hadden. Slechts zeven mensen hebben dit concentratiekamp overleefd.
We lopen zwijgzaam door tientallen kamers met duizenden foto's van gevangenen. Bang, boos of gewoon leeg van verdriet. Tess moet haar tranen even wegslikken als ze langs een rij foto's van kleine kinderen loopt. Je ziet de verwarring in hun ogen, verschrikkelijk.
Nadat we het museum van top tot teen bekeken hebben, we in de cellen - kleiner dan een gemiddeld toilet in nederland - hebben gestaan en een stukje van een documentaire gezien hebben, sjokken we weer naar buiten. Op naar de Killing Fields.
Ons mannetje manouvreert handig tussen het drukke verkeer van Phnom Penh door en na ongeveer twintig minuten staan we in de middle of nowhere. Gevangen werden vanuit Tuong Sleng naar deze groene velden gebracht, waar er koelbloedig een einde aan hun leven werd gemaakt. Ze werden geslagen, gestoken met zwaarden, neergeschoten, onthoofd of hun schedels werden ingeramd. Baby's werden tegen een boomstam doodgeslagen en vervolgens bij hun dode moeders in een kuil gegooid. We lopen langzaam langs deze kuilen, op sommige plaatsen zijn nog botten of tanden in de grond te zien. Overal in dit gebied liggen kleren begraven, hier en daar zie je een stukje stof. We lopen er letterlijk overheen en zwijgen. In tegenstelling tot concentratiekampen in Europa waar je alles achter glas kunt bewonderen, kon je hier letterlijk de botten op de grond zien liggen en aanraken. Er zijn 86 massagraven leeggehaald en er liggen er nog minstens 43 in deze omgeving.
Het is haast niet te bevatten dat hier, in dit nu zo vredige gebied, waar je volgels hoort fluiten en vlinders ziet vliegen, zoveel mensen de dood hebben gevonden. Een groot monument vol met schedels en botten herinnert ons hieraan. Op dat we nooit vergeten.

UPDATE: I Love the smell of Napalm in the morning: Good morning Vietnam!

We zitten te wachten op de bus dus nog maar even een update. We hebben zoveel te vertellen, maar we moeten ook nog verhalen overhouden om thuis te vertellen of in de kroeg;) Onder dit verhaal staat dus nog een verhaal wat je eerst moet lezen, want dit is nog even wat extra info!

Over de taxi's: er rijden hier taxi's rond die er exact hetzelfde uitzien als de goede taxi's. Het nummer is 38272727, maar ze hebben op hun auto 58272727 staan en ze zijn volledig geblindeerd. Voor de rest staat er hetzelfde logo op als de goede taxi's, maar de chauffeur draagt geen pak, maar gewoon een kloffie. Iedereen weet wat de maffia is, maar de Vietnamezen geven het een geheel nieuwe dementie. Je trapt er dus zo in als je niet weet waar je op moet letten. Stap je in deze taxi's die bij alle toeristenattracties staan te wachten dan krijg je dus te maken met de maffia van Saigon. Het gaat als volgt: je stapt in en rijdt richting je bestemming, althans dat denk je. Saigon is zo groot en zo'n wirwar van straten waardoor er nauwelijks herkenningspunten zijn. Ze rijden je richting een gebied, waar je niet moet zijn en stoppen de taxi. Een normale rit kost ongeveer 2 dollar. Zij vragen echter 400 dollar. Je wilt dit natuurlijk niet betalen en bent van plan uit te stappen. Helaas: kinderslot. Bonken op de ramen? Heeft geen zin, taxi is geblindeerd dus niemand ziet je en niemand hoort je, want de chaffeur zet de muziek harder. Nog steeds weiger je te betalen en dan komt er een wapen aan te pas. Je probeert af te dingen, maar minder dan 300 dollar lukt echt niet. Je hebt het geld niet bij je dus dan wordt je naar een ATM gereden. Wil je dan wegrennen? Heeft geen zin er staat een knokploeg je op te wachten als je niet doet wat de chauffeur je zegt. Het klinkt bizar en dat is het ook, maar wij hebben gisteren extra opgelet op deze taxi's en sommige chauffeurs spraken ons daadwerkelijk aan. We snappen dat mensen hierin stappen, aangezien het kopieen zijn van de echte taxi's. Echter, de chauffeurs zijn wel zo schandalig grof tegen je dat wij in ieder geval bij voorbaat al zouden denken, tot ziens! Het is een probleem dat zich aan het uitbreiden is en opzich wel inventief! Hoe weten we dit? Er wordt hier veel over geschreven op reisfora en ook de hotels waarschuwen je hiervoor! Vanavond vertrekken we uit Saigon met een taxi die ons bij de bus afzet. Het hotel heeft echter de taxi gebeld dus we zitten safe!

Over het schieten: niemand zou zeggen dat hij/zij een oorlog gaaf vindt. Toch is Vietnam daardoor zo bekend in de westerse samenleving. Dit is dan ook een van de thema's die als hoofdattractie wordt gezien door de Vietnamezen zelf. Zo zijn de Amerikaanse straaljagers die door de Vietnamezen naar beneden zijn gehaald, trots tentoongesteld in diverse museums, alsmede Tanks en andere oorlogsvoertuigen. Bommen van soms 3500 kilo die niet ontploft zijn liggen gewoon in de musea tentoongesteld. In het War-Remnants Museum in Saigon is er een ruimte waarin alle oorlogswapens tentoongesteld liggen. Deze zijn ook daadwerkelijk gebruikt, veelal door Amerikanen. Kleding die door Amerikanen zijn gedragen en vervolgens sneuvelden zijn voor hoge prijzen te koop op marktjes. Er lagen zelfs bazooka's met echte raketten tentoongesteld. Ook waren er in bakken misvormde foetussen te zien die te vroeg geboren waren. De Amerikanen gebruikten ' Agent-Orange', een ontbladeringsmiddel waardoor 80% van het tropisch regenwoud verloren is gegaan. Het bij-effect van dit chemische wapen is dat tot de dag van vandaag er misvormde mensen geboren worden. Dit zien we ook heel veel op straat. Sommige hebben echt letterlijk hun benen als armen en andersom. Daarnaast gebruikten Amerikanen ook andere chemische wapens en als je dit alles ziet, snappen we nu des te meer de gevoelens van de hippies eind jaren 60, begin 70.
Bij de Cu Chi tunnels kon je met oorlogwapens schieten. Leroy schoot met een Ak-47 met SCHERP. Het waren geen losse flodders, maar echt patronen. Als je schiet vliegen de hulsen je letterlijk om de oren. Je betaalt per magazijn van 10 patronen ongeveer 10 euro. Het hoogtepunt was echter niet een Ak-47 Kalashnikov. Als je genoeg geld hebt kun je tevens schieten met een M16, M14, een heuse M2 en een M19. Het geluid is echt onwijs hard, oud en nieuw was er niks bij. Als je een middag bij de Cu Chi tunnels loopt dan hoor je ook de hele tijd machinegeweren schieten. We hadden nu wel echt het idee, hoe een oorlog ruikt en voelt. We spraken een Backpacker en die zei dat je in Cambodja met een Bazooka kan schieten, dus misschien iets om naar uit te kijken. Het schieten is in ieder geval gefilmd! Als we de tijd hebben en redelijk snel internet komt dat nog wel op deze site te staan! Het is heel indrukwekkend om met scherp te schieten, vooral omdat dit echte oorlogwapens zijn en niet gewoon pistolen. Toch zijn we blij dat wij in een veilige omgeving zijn opgegroeid:)

Het eten: Vietnamees eten is ongetwijfeld lekker en totaal anders dan Chinees voedsel. We zijn gister over een voedselmarkt gelopen, maar we hebben nu wel een dubbel gevoel wat ons eten betreft. Het vlees wordt hier gekocht en het is niet gekoeld. De keuringsdienst van waren zou hier qua boetes multimiljonair mee kunnen worden! Wat zagen we? Varkenspoten, varkensoren, varkensneuzen, koeien penisen, levende krabben, levende garnalen, levende kreeften, de ratten lopen letterlijk voor je voeten, veel kikkers die aan elkaar gebonden zijn en leven, en we zagen ook een klein hondje. Daarnaast heel veel levend gevogelte. De lucht is niet te beschrijven en we roken een uur later nog die lucht alsof het in onze kleding was geabsorbeerd. Ook dit is gefilmd, maar de mensen stellen het niet echt op prijs als je ze filmt dus leroy heeft de camera voor zich gehouden en een rondje gelopen. Onze vrienden, de kakkerlakken, zie je ook overal lopen en ze zijn groooot!

Het interessante van bovenstaande is dat de Vietnamoorlog veel recenter is dan WOII. In Cambodja gaan we op zoek naar de historie van Pol Pot en zijn vrienden. Dit speelde zich af half jaren 70 waarbij er miljoenen etnische zuiveringen zich voordeden. Alle artsen, advocaten, hoge functionarissen, intelligente mensen werden vermoord. Mensen met een bril werden ook vermoord, want die zagen er slim uit. In Cambodja hebben ze zoveel mogelijk schedels opgeslagen en tentoongesteld. De Vietnamezen zijn al erg ver gegaan met hun musea, maar in Cambodja wordt het nog veel erger en indrukwekkender. Het klinkt gek, maar daar zijn we wel erg benieuwd naar!

We lazen over de 'oh zo zware storm' die afgelopen dagen over Nederland trok. Geloof ons, het is absoluut niet zo erg als hier. Als het hier regent is het alsof er een kraan wordt opengezet, want de druppels zijn niet eens te onderscheiden. Het onweer is hier echt vreselijk hard en eng. Dus we vonden de beelden en nieuwsberichten vanuit hier gezien overdreven, haha! Wij Nederlanders met ons weeralarm. Hier is dat elke dag wel normaal!

Dus binnenkort zeker de filmpjes gaan kijken, maar dat is nog even afwachten! We vinden het leuk dat iedereen nog steeds onze blog leest en bovendien: schrijf gerust eens hoe het is met jullie in de reacties die jullie schrijven! Dan hebben wij ook wat om te lezen;)

I love the smell of Napalm in the morning: Good morning Vietnam!

2,5 week Vietnam is 2,5 week vechten tegen de bierkaai. De Vietnamezen zijn totaal anders dan de mensen in Maleisië, Thailand of Laos. Als ze je kunnen naaien dan doen ze dat ook zeker dus we moeten echt letterlijk constant op onze hoede zijn. Hoewel de nationale valuta de Dong is, vinden veel Vietnamezen het fijn om dollars te hanteren. Op zich zou dat voor ons goed zijn, ware het niet dat ze soms met de meest vreemde wisselkoersen komen aanzetten. We zijn dan ook elke dag bezig aan te tonen dat de Dong echt minder waard is dan dat de Vietnamezen suggereren.
Bovendien zijn Vietnamezen op het eerste gezicht ontzettend aardige mensen, maar na een minuut gaat het masker af. Ze willen A-L-T-I-J-D ergens geld voor hebben. Je kan de weg nauwelijks vragen of het handje wordt opgehouden. Vreselijk irritant dus. Soms komt er iemand naar ons toe en die vraagt dan heel geïnteresseerd waar we vandaan komen en dan na 5 minuten wordt het gesprek dan zo verdraaid dat ze ons gewoon iets proberen aan te smeren. In het begin van onze reis door Vietnam bedankten we vriendelijk. Momenteel negeren we alle mensen die ons aanspreken en spreken we alleen zelf mensen aan als wij iets moeten weten of nodig hebben. Het is zonde, want Vietnam is absoluut een mooi land. De tegenstellingen zijn echter vreselijk groot in vergelijking met Nederland-Maleisië-Thailand-Laos. Een aantal voorbeelden:
- roken mag nergens in openbare gelegenheden. Wat dat betreft is er geen verschil met Nederland. De Vietnamese bevolking bepaalt echter zelf welke regels zij terecht vinden en roken dus echt overal! In restaurants, de trein, taxi, winkels, hotels;
- als je als winkelier iets wilt verkopen dan doe je dat met een lach en ben je enthousiast over je product. Hier hoor je om de zoveel seconde: 'Everybody give me money, buy something?!' Dit wordt dan uitgesproken op een vreselijk monotone toon waarbij het einde van de zin heel lang nagalmt. Veel gehoorde andere kreten zijn: 'YOU, buy something?!', Hello, everybody! (waarschijnlijk denken ze hier dat 'everybody' enkelvoud is), 'I live here longtime';
- Liegen wordt hier als vanzelfsprekend beschouwd en zelfs reisleiders zijn er trots op dit mede te delen: het hoort bij de cultuur;
- V.I.P bus is een bus met airco, maar hiermee wordt niet gesuggereerd dat de hygienische omstandigheden perfect zijn ( verderop in dit verhaal).

We waren in Hanoi en gingen naar het mausoleum van Ho Chi Minh. Deze nationale held wilde toen hij nog leefde alles behalve opgebaard en tentoongesteld worden. Zoals je al eerder las maakt de Vietnameze bevolking zelf wel uit wat ze goed en niet goed vinden, dus 'de grote leider' ligt hier in een mausoleum. Het is te bizar om te zien. Je komt op een reusachtig groot plein met in het midden het mausoleum. Je staat in een rij die nog groter is dan bij topdrukte in Walibi bij een attractie. Het zijn alleen maar Vietnamezen die 'oom Ho' willen begroeten. De inmense hitte was ondraaglijk, maar ook wij wilden onze eer bewijzen aan deze communistische held. Uiteindelijk liepen we het mausoleum in, waar het heerlijk koud was. 3 hoeken om en daar lag de man. Kon je wat zien? Ja, zijn grauwe hoofd omringd met militairen. Je moest er langs marcheren en dat werd Tess redelijk hardhandig duidelijk gemaakt. Ze mocht haar armen niet voor haar lichaam vouwen. Het ging echter in zo'n sneltrein vaart dat we misschien net 15 seconden om de kist hebben gelopen, maar ze weten hier wel wat marcheren is. Gelukkig hebben wij geen dienstplicht meer in ons koninkrijk:-)

De volgende dag gingen we naar Ha Long Bay, waarvan wordt gezegd dat dit het negende wereldwonder is. We hadden een tripje van 3 dagen en 2 nachten geboekt. De eerste nacht sliepen we op een luxe boot. Heerlijk verse vis gegeten en we waren maar met zijn zessen (op een boot waar normalitair 20 mensen kunnen verblijven). We zitten nog in het laag seizoen dus het was heerlijk rustig. We ontmoetten daar 2 Denen waar we die dag ook mee zijn opgetrokken. Ze waren op huwelijksreis! We bezochten druipsteengrotten met meerdere verdiepingen, gingen lekker kayaken, voeren langs waterdorpjes (mensen die op het water wonen) en genoten van de prachtige zonsondergang! De volgende dag gingen we naar Ca ba national park alwaar wij echt de meest gruwelijke berg in ons leven hebben beklommen. Het was misschien 40 graden, met een luchtvochtigheid van 98% en dan 200 meter omhoog. Tijdens deze ellende hebben we besloten dat dit de laatste berg is die we zullen beklimmen in Azië. Het Deense koppel had 2 nachten op de boot geboekt, maar wij hadden de 2e nacht een bungalow geboekt op een eiland. We werden hier na Ca Ba national park met een zelfgemaakt bootje van hout door een oude man afgezet. Er stonden 2 soorten bungalows: een paar grote 'luxe' en huisjes van stro van 8 m2. Wij waren blij dat we die huisjes van stro niet geboekt hadden, maar de eigenaresse begeleide ons daar wel heen. Deze huisjes van stro hadden geen glas in het raam en naja het was echt een soort zelfgebouwde boomhut. Wij drongen er echt op aan dat we de luxe bungalow hadden geboekt en nadat ze had gebeld naar ons hotel kregen we dan toch de luxe bungalow. Deze bungalow was gebouwd boven de zee op palen. Prachtig! Alleen de douche gebruikte ook echt zeewater, waardoor je niet schoon werd en alleen maar meer ging plakken. De airco mochten we niet gebruiken, want dan hadden we echt een probleem. Vreemd, want we hadden juist deze bungalow geboekt vanwege de airco. Pff het was warm. Die avond kwamen we 2 oudere Nederlandse mensen tijdens het eten tegen die op vakantie waren in Vietnam. Vervolgens schoven aan dezelfde tafel Daniel en Fiona aan. Zij kwamen uit Schotland en hier hebben we tot middernacht mee zitten kletsen. Goed voor ons Engels en ze hadden meer een amerikaans accent dan een schots accent. We konden ze goed verstaan en we spraken af de volgende dag in de avond in Hanoi af te spreken bij een restaurant. Ze wisten niet of ze het zouden redden, want zij gingen later in de middag weer terug naar Hanoi. Zij sliepen overigens in het stro hutje, dus nadat we ze succes hadden gewenst zijn we gaan slapen. Wij spraken zo nu en dan ook nog Engels tegen elkaar, wat heel bizar was. De volgende dag werden we wakker en er was geen zee meer te bekennen. Het was overduidelijk eb, maar je zag nergens meer water: bizar en indrukwekkend. De oude man met zijn zelfgemaakte bootje kwam ons ophalen om 7 uur in de ochtend. We werden weer op Ca Ba gedropt en toen moesten we wachten op de bus die ons naar de andere kant van het eiland zou brengen, alwaar we weer op de boot zouden gaan. In deze bus kwamen we in gesprek met 2 jongens uit Israël. Leuk! We spraken over het conflict in het Midden-Oosten, studeren en de verschillen tussen Nederland en Israël. Leuk al die verschillende mensen uit verschillende landen. Iedereen zegt dat we beter engels spreken dan mensen uit andere delen van Europa. Uiteindelijk kwamen we niet op dezelfde boot als de eerste nacht dus dit was een teleurstelling voor ons. Toen we terug waren in Hanoi hebben we hierover geklaagd en ook over het feit dat we in eerste instantie moesten overnachten in een huisje van stro. De tourguide werd naar het hotel geroepen en we kregen een gesprek met hem. We betaalden toch 300 dollar voor deze 3 dagen inclusief eten. Uiteindelijk kregen we 20 dollar terug en ook nog een free airportshuttle , wat normaal 15 dollar kost. We kregen ook een hoop excuses en de hotelmanager vond het sneu voor ons dat het zo was gelopen. Ze was ook echt boos op de tourguide. In de avond hadden Fiona en Daniel het toch nog gehaald. Hun strohuisje was geen succes. Ze lagen onder een klamboe, maar in het donker voelde Fiona beesten over haar arm lopen. Zaklamp aan, en... Kakkerlakken in hun bed.. brr.. Lucky us! Ook hadden ze voordat ze in Ha Long Bay waren een kamer geboekt in Hanoi, waar in de slaapzalen de rattenstaarten uit het plafond hingen. Ze vertelden dat ze in 1 maand Thailand, Laos en Vietnam hadden gedaan en dat ze elke dag aan het reizen waren. Ze hadden het onderschat en hoewel ze een Roughguide bij zich hadden, ging alles mis wat er mis kon gaan op hun reis. Ze betaalden overal echt tot het belachelijke af té veel! Ze werden door alle taxi's, tuktuks en wat al niet meer genaaid. Voor hen was het één grote leerervaring. Hun conclusie: als je wilt rondreizen, als je je niet voorbereid wordt het een heel duur geintje! De volgende dag zouden ze naar Bangkok vliegen en de dag er op naar Schotland. We raadden ze het CentrePoint hotel in Bangkok aan en daar zijn ze ook daadwerkelijk heen gegaan. Ze waren helemaal onder de indruk net als wij!

De dag daarop zijn we naar Hoi An gevlogen, maar we hadden bij aankomst op het vliegveld 3 uur vertraging. Erg vervelend. Uiteindelijk in Hoi An echt in een fantastisch hotel (met zwembad) gezeten! Hoi An is dé plaats om te shoppen. Straten vol met kleermakers die alles kunnen maken wat je wil. Zelfs schoenen maken ze op maat. Breng een plaatje mee en ze maken het na. Hier zijn we dan ook even lekker wezen shoppen. Vooral Tess had er moeite mee haar vrouwelijke gevoelens onder controle te krijgen. In eerste instantie bleven we hier 3 dagen, maar uiteindelijk zijn we er 6 dagen gebleven, omdat dit zo'n heerlijk rustig stadje was! We hebben een brommer gehuurd en zijn naar het strand gereden. Helaas was dit strand een beetje hetzelfde als in de middelandse zee. Wij komen natuurlijk voor de hagelwitte stranden! Ook hebben we hier nog heerlijk een dagje rond gefietst en Hoi An is een prima plek om lekker Vietnamees te eten.

Vanuit daar hebben een slaapbus geboekt naar Nha Trang. Deze was anders dan de slaapbus in Laos. In plaats van 2 persoons stappelbedden met in het midden een gang, waren er in deze bus 2 gangen en 3 rijen met eenpersoons stapelbedden. Op zich zag het er allemaal prima uit, maar naarmate het donker werd veranderde dit gevoel heel snel. De bus had plaats voor ongeveer 30 mensen, maar we waren misschien wel met zijn 60-en. Er liep een kakkerlak in een bed van een meisje. Haar vriend had deze gedood en aan Leroy gegeven zodat Leroy in het misselijkmakende toilet dit vieze beest kon weggooien. Na 5 minuten weer een gil en uiteindelijk bleek er een heel kakkerlakken nest in een wand in de bus te zitten. Bij de eerst volgende stop heeft de vriend van het meisje de wand dichtgeplakt, maar het leed was al geschied: Leroy heeft geen oog dichtgedaan en dit was erger dan de trein in Maleisië vol met kakkerlakken. In deze bus kon je namelijk niet lopen en was het donker waardoor je niet wist waar ze zaten. In Maleisië kon je ze nog zien zitten in de trein. In het donker in de bus is dat onmogelijk, maar de kakkerlakken hebben hier de grote van een pink en de dikte van een duim, dus dan weet je het wel.

Nha Trang is een echte kustplaats, waar we dan ook heerlijk hebben bijgeslapen op het strand. We verbleven hier maar 1 nacht, want er was verder niet zoveel te doen. We hebben heerlijk gegeten bij 'Goodmorning Vietnam', wat een pizzaketen in Vietnam is met echte italiaanse koks! Heerlijk, na al die rijst en noodels! We hebben wel eens eerder pizza gegeten in Azië, maar hier kon je overduidelijk de smaak herkennen van een echte italiaanse pizza! Bravó! Vanuit Nha Trang zijn we (na de verschrikkelijke nachtbus) per trein naar Saigon (Ho Chi Minh City) vertrokken. Zoals gebruikelijk kwam onze trein een paar uur te laat op het station aan, maargoed, daar zijn we zo ondertussen wel aan gewend.

's Avonds kwamen we aan in Saigon, waarna we snel een taxi regelden naar ons hotel. Wel even goed opletten bij de taxi's, want er rijden hier nogal wat maffioso's rond in auto's die op taxi's lijken. Op deze manier maken ze zich soms wel 400 dollar eigen!
De volgende dag hebben we heerlijk door de stad geslenterd. Het is hier anders dan in Hanoi, omdat de stad veel ruimer opgezet is. Er zijn net zo veel (misschien wel meer) scooters en auto's (kun je het je voorstellen?), maar de wegen zijn breder waardoor het rustiger lijkt. Oversteken is echter nog steeds een suïcidale actie. Ook hier lopen (vooral de vrouwen) in truien, lange broeken, handschoenen (!!), sokken in hun slippers, sjaals rond hun gezicht gewikkeld... kortom: helemaal bedenkt. Soms kun je de ogen nauwelijks zien. Waarom ze dit doen? Ze wensen wit te blijven, want blank is hier het schoonheidsideaal. Dus daarom kleden ze zich absurd dik in, zweten ze zich een tierelier. Beetje apart, in onze ogen, haha!
We bezoeken het war-museum, waar we de meest verschrikkelijke, indrukwekkende en toch ook veelal mooie foto's van de vietnam oorlog bekijken. Daarna sjokken we terug naar ons hotel, worden we compleet schoongespoeld door een inmense stortbui, komen we druipend aan in onze hotelkamer en nemen we een lange douche.
De volgende dag was het tijd voor de langverwachte Cu Chi tunnels! Tijdens de Vietnamoorlog verbleven de leden van de Vietcong in deze gangenstelsels, diep onder de grond verscholen. Ze hadden hier slaapkamers, keukens, kleine verpleegkamers, noem maar op! Ook zagen we veel 'booby-traps' die door de Vietcong ontworpen waren. Slim volk, die vietnamezen. Valkuilen in alle soorten en maten, inclusief scherpe spijlen, werden gedemonstreerd. Als je daar invalt... Na een wandeling door het gebied kwamen we aan bij de schietbaan. Iets waar Leroy al weken naar uitkijkt: schieten met een AK-47! Wat een hels kabaal maakt dat, het gaat door merg en been. Tess vond het maar niets en liep met haar ogen en oren dicht langs de geweren. Leroy waande zich in de jaren zeventig, de vietnamoorlog...

Hij staat oog en oog met de 'gooks' (ookwel 'spleetogen'). Hij sluit zijn ogen, ademt diep in. Zijn vinger beweegt zich over het koude staal, hij voelt de spanning in zijn buik. Een zacht briesje laat hem rillen, terwijl de zon aan de hemel brand en het minstens dertig graden is. Hij telt tot drie en haalt de trekker over, BAM. De terugslag is inmens, iets waar hij niet op voorbereid is. Hij voelt zijn schouder branden, verwacht dat daar morgen een blauwpaarse vlek te zien zal zijn. Hij kreunt zacht en opent zijn ogen. De wint speelt met het lange gras, er is niets te zien. Het gebombardeerde bos ziet er mistroostig uit, geen boom is overeind gebleven. Overal zijn kraters geslagen. Hij knijpt zijn ogen tot spleetjes in de hoop ergens een Vietnamees te herkennen, maar ziet niets. Ze zijn vliegensvlug, die vietnamezen. Pijlsnel schieten ze achter struiken, in het hoge gras, misschien wel onder de grond. Wie zal het zeggen?
Hij beweegt zijn armen naar voren, trekt zichzelf vooruit door het gras. Modder kruipt onder zijn jas, baant zich een weg over zijn buik. Dan hoort hij in de verte iets ritselen, en zonder te kijken haalt hij de trekker nogmaals over. BAM, BAM. Zijn oren suizen van het kabaal dat het geweer maakt, maar hij is er aan gewend. BAM, BAM, BAM. De hulzen vliegen in het rond, komen een paar centimeter verder terecht in het gras. Als hij nogmaals wil schieten, hoort hij enkel een vaag geklik. Hij doet zijn mond open om iets te zeggen maar er klinkt enkel een zucht. De kogels zijn op.
Cool

Na het schieten mochten we de gangen met onze eigen ogen zien. We lieten ons in het gat zakken en kropen door de donkere gangen. We hadden moeite om vooruit te komen want het was er ontzettend krap. En dan te bedenken dat ze deze gangen wijder hebben gemaakt voor de (dikke) touristen. Onvoorstelbaar hoe klein het geweest moet zijn. Hoewel het maar een gangetje van 100 meter was, namen wij een van de eerdere uitgangen omdat we het niet zo leuk meer vonden. Benauwd, ontzettend warm en we kregen er vooral een heel claustrofobisch gevoel van. Wij zijn blij dat we geen vietnamees zijn geweest in die tijd.
's Middags werden we weer gedropt bij ons hotel en namen we wederom een lange douche. We regelden bus en boottickets naar Phu Quoc, waar we morgen aan zullen komen. Het mooiste eiland van Vietnam, in de Golf van Thailand. Eindelijk weer het parelmoerwitte zand, de azuurblauwe zee die we sinds de Perhentian Islands niet meer gezien hebben. We verlangen naar dagen luieren in een hangmat of op een ligbed, hoewel het hier in de stad ook heerlijk is. Die avond aten we bij een door onze hotel-receptioniste aangeraden Sushi-Bar, waar we genoten van rijst met vis. Jummie!